dat zich hier kronkelend
voor mijn voeten neervlijt
tussen de bedden door
van doorgelegen akkers heet
de middendijk zo smorgens vroeg
terwijl de zon ontwaakt en haar
huid met daglicht streelt zo eens
temeer een kering bleek
in mijn herinnering waar
het een oude zeewering betrof
die zout het zoete water hield
in lust van trager meanderen