in rood steen van Groninger gesternten ligt het goed gebakken.
ze? dat zijn de waterwerkers.
zij die beter gezegd aan het water werken.
het beter gezegd weg werken van water.
het beter gezegd waterverplaatsers.
beter gezegd grondverzetters tegen water.
grondverzetters grondverdiepers uitdiepers
opscheppers depotoprichters grondoplichters
Ze hebben de sluizen oude sluizen ingemetseld.
van kunstwerken hebben ze kunstwerken gemaakt.
ze? dat zijn de kunstwerkers de kunstwegwerkers.
de wegwerkers van kunst de waterwegwerkers
niets komt meer aan land door zee
niets spoelt meer voor schut gezet
niets is meer doorlatend dan bemalen
in het maalhuis het glazen maalhuis
het dijkhuis het gemaal zo blauw
als water op het wad spiegelend
blauwe weerschijn vlinderend gemaal
de slenken liggen afgesneden
aan de kade rustend
onder een oude vissersvloot
een vloot een enkele usquertboot
een eens uitgevaren garnalenvloot
de kreken liggen afgesneden
gesterkt tot keren waterkering
of dode armen teneergeslagen armen
meanders van de zee het wad de kwelder
een eerder overvloedige watersnood
gelittekend refrein van eeuwen her
zeemonddood geamputeerde wezen
zoeter dan kalm water in de kwel
liggen de kreken monddood
maar het stroomt mijn god het stroomt
het IJsselmeer de IJssel stroomt
hier door het hooge land tot aan de zeesluizen
de dode zeesluisdeuren keren zoet en zout
het water wordt geschut gespuit de spuisluizen uit
daar waren de waterwerkers voor de waterwegwerkers tegen
de hoogwaterbeschermers voor de dijkopwerkers voor
de dijkgraven die groeven door de eeuwen gangen
watertandend watergangen bloot met tol betalen
van de wateroverlast of waterschaarste werd geleerd
waterwerende waterwerken waterschade en schande nooit weer