zondag 29 mei 2016

Gedachtenpanden

Een gordel waar  binnen
je kan wonen ligt in het hart
besloten om vandaar uit te leven
wordt in die zin begrepen
daartoe viert de vrouw haar talig bestaan

ze is een lettergeest geworden
in haar dromen predator
van het andere geslacht

waartoe zij een dichter
heeft bezeten
om lustiger de woestheid
van kanalen te beteugelen
dat tegen ieder boegbeeld opgezweept
weer tot bedaren gebracht

kalm kabbelend water
is haar inkt een smetteloos kind
waarop de huid geschreven
zij de man laat leven die haar
vrouwelijkheid uitgedreven heeft
tot kleiner Schrift vol leestekens

de minnares van het moment
gescheiden van de werkelijkheid
heeft in haar literaire staat
het voorspel gespeeld
dat overspel heet
in het ware leven.

vrijdag 27 mei 2016

Kwel

We leven in komkommerland
met ach en wee wat is hier
aan de hand met zovele kromme
komkommers aan de kant
de rimpelaars te na gesproken
slappe waterpalen afgedropen
wordt er meer en meer gesproken
over recht en stijf in het gelid
bij voorkeur in het wit verpakt
beschermde huidje dat vastgeplakt
de groene schijn voor het verkleuren draagt
vermist het ook een keurmerk vraagt
aan de opperste komkommerbaas
die aan een zijde draad gewichter
maar aandachtig dwaas het loodje legt in de sala
er verschijnt zo nu een dan een bruine vlek op de eens zo smetteloze kasplant en ergelijker ook
verbrandt de huid
van roser rood
tot gelervaal
en dwazer taal
in een onuitspreekbaar
raar verhaal hoe
witter bloem van kleur
verschiet in dampig
mist van de koude bak
waarin het lachen
ook vergaat.

maandag 23 mei 2016

Op rampkoers















De regenwouden branden
boomlijken stranden aan de kust
op de toppen van hun kunnen
sterven bergbeklimmers
kouder kunst zachter dood
de landen stranden ook
gortdroog tot hongersnoden
de geestelijk gestoorden
blazen op tot ontploffende pop

stromen drogen op
maar geldstromen zwellen
gelijk groeiende wolkenkrabbers
hemeltergend schijnt de zon
maar gunt niemand licht
in hun ogen hoog verheven

van dicterende loopkevers
die met harder schild
onverbeterlijk blijken 
nu de larven weker
beetgaar kronkelen
rottiger in het riool
stinkers staren
met krokodillentranen
zeer bevangen door
bedorven vlees




--

zondag 22 mei 2016

Zo nu en dan een popplaat die wat aan het oppervlak blijft

schitteren en ik
mezelf wel aardig
in zie tussen
al die groeven
en die regenbogen
in wat tegenlicht

het klankenkleuren
dan mijn klokkenspel
ontroert beroert
het groeit

menig leven
heb ik afgespeeld
overleeft want immer
het spelertje is
al dood

of wordt gewaand
dat te zijn wat immers
voor de muzikant
hetzelfde klinkt

mijn vrouwelijke zijde
frivoleert wat in de tonen
mijn mannelijk zijn
knalt door gehoorapparaten
onderwijl doof ik wat uit

acoustisch klinkt het
voor geen meter
maar die techniek
of beter het gebrek
daaraan doet wonderen

ik draai nochtans cdtjes
op mijn moestuin af
als vogelverschrikker
ben ik in de wieg gelegd

kijk hier draait het om
leven ergens heeft het
een middelpunt waar

waar nog wat muziek
in zit een gat ter grootte
van een kleine pick
up waarop alles past

wat in de maat
of uit de pas
met homohaat
of trafestieterig
uitgedost
toonzettend klinkt

wat te zeggen
of juist niet
ik ben een liedje
middenin en eerder
afgespeeld

veel vaker dan gewenst
hoor ik dat ik
ergens eerder
al gehoord ben

en erger
iets dat nogal
bekend
voorkomt dat ik
een ander ben

dat klopt
als een drumstick
op een snarentrom
tenenkrommend
hoe ik teloor
te hoop te koop loop

ik

met mezelf verpakt
in labeltje en platenhoes
was ik daar
of was het maar
daarbij gebleven.



vrijdag 20 mei 2016

Ontstoken ogen

We leefden al jaren kleurenblind samen
tot iemand het licht ontsteekt
en iedereen in duizend tinten 
daarbij nog leeft in tevredenheid 
maar waar blijft die tijd
waar het licht ook in andere ogen 
schijnt gegund of schijnbare slechts
voor dovemansoren te zijn 
te geloven wat ons in ons nog bindt



--
hakuna matata,

ries.

Wassend water

Soms droomt zij haar gedachten dat zij nooit zichzelf kan zijn
wassend in een kribvak zwelt haar lichaam aan
kromt ze klonkend in de woeste stromen
zichzelf weer klaar 
een wedergeboorte 
in een zacht rond kiezelbed

ze heeft de koelte van gebergten in haar onderstroom 
wekt daarin iedere verwachting van wie haar omgeeft
ze is het levend water een oceaan van dat zilt
het woeste baren het bruisend smachtend
laat haar verzwolgen daarin bestaan.




woensdag 18 mei 2016

Innerlijk landschap

Ze neemt het verzicht
in een oogwenk mee
een laatste glans
een glimp van heinde
ver
daar sterft het licht
en hier de nacht
die dooft zo traag
nog alle geluid
een vrouw verrijst
slechts aan zichzelf
nog trouw
verandert in een silhouet
scherper blik slagschaduw
op haar gezicht
de lucht stroomt door haar
heen bewogen halmen weer
heen gaat zij de schim
daar trekt een zeemist
op in nevelen gehuld
de haven uit vaart
de verlatenheid
slechts blijkt een waan
te zijn daaraan 
een waadvogel
 verijlt 
verder scheert
ze schept 
een evenbeeld
 er een kunstwerk mee.

dinsdag 17 mei 2016

Check out this cucumber






Hey, check out this image I made with PicsArt
Create your own for free https://bnc.lt/f1Fc/trkZ1bFDrt

Zinspelen met naamsverandering

Sjakken en sjaken het
zijn vreemde zaken
ze moeten het maken 
om in't gelid te geraken

hebben ze gemeen 
dat ze gemener zaken
aanspannen tegen 
het verzaken
 van het lid
dat besloten ligt 
in echtelijke plicht

blijkt toch veel 
vaker zinspelen 
wat er zich 
buiten bevindt

hun eeuwige drang
naar jeugdig vermaak
met ondeugd omgeven
hun oude dag uit te leven
een bewijslast van den man
die het allemaal nog aan kan.

Op een dag bedacht ik me
voor ik verbrak
verrek ik ben de sjaak
en stak voor m'n gemak
het versje in m'n kontzak

zondag 15 mei 2016

Hangen aan niiets

De leegte, zelfs omsloten, een oneindig begrip
klein verlegen reikt het haar hand
 je kan
met je verstand er niet bij waarom 
niets zo weelderig weldadig is 
gelijkend op de vrouw 

die haar eigen martelwerktuig is
zoeken naar die vriendin 
die daarin bevrediging geeft

zo is leegte waarin ik me bevind
vertrouwt gezelschap met mezelf
al haat ik het spiegelbeeldige daarin

niet het beeld maar wel de diepte
niet het bezetene maar minder bezit
niet het glas water aan de lippen
niet het hart dat falen mag
niet de metgezellin die om een ander gaf
niet de mens 
niet het dier 

maar het gewoon zijn
daarin.



--
hakuna matata,

ries.

vrijdag 13 mei 2016

De euthanasist

vandaag sprak ik een dode
althans de wens daartoe had hij
het verleden was hij gladvergeten
althans de herinnering daaraan ontbrak

hij schijnt daarvan steeds meer te weten
althans van wat hij wist hij wist het zeker
dat ontbrak en brak hem op die momenten
althans dat hij weer doodverklaart rondliep

in zijn leven was het groter niet ingetreden
althans daar waar de werkelijkheid uit ontbrak
zoals hij was of wilde wezen wat hij had gelezen
althans ook dat was hij zo nu en dan vergeten

in zijn dood ervoer hij vrede iets van rust
althans met niets te weten wat daarna kwam
hij wist het zeker heel zijn leven al geweten
althans van dat deel van het  leven na de dood

nu is hij dood
rust in vrede
lief en leed
ach wie weet
was hij als velen
die het niet weten
wat vergeten leven is
een dodelijk drankje
cocktailtje van beide
als levenselixer 

donderdag 12 mei 2016

Purper

Het lucht op klaart purper
meer dan was verwacht
nacht met krimpen komt
het water trager aan de lippen
de havenmond glimlacht 
zacht gelijk het slik de voeten
dwalen over het wad 
ergens schijnt haar 
wezen hoger dan het zicht
te wachten op een blik
een glimp van stroom
en geulen belichamen
rondingen die haar omvatte
even was de droom 
warmer dan en lomer ook
een huid waarover handen
gleden benen weken armen
neerstreken in de holte 
van haar wiegend dijend lijf
dat zo lenig zilt en zoet 
mijn gemoed omvatte 
ik sloot zonder het bevatten 
haar schoot van jaren
eerder en ebte in haar weg
ijlings in de vloed van smachten
zolang de tijd haar liet 
mij weer verliet zwijgend
zo als zij was gekomen
afscheid dat bestond 
nog niet en dat is altijd
zo gebleven onderwijl
ik zweefde over kwelders
van  mijn getijden heen 
verdronken in dit hemellichaam
dat aan haar verknocht 
me dronken van de ruimte
rustig achterliet.

Losjes

speels dartelen de borsten vol
van moedermelk lenig
in het bloesje los
zij huppelt vrolijk op de maat
van haar wapperend bestaan

achter de kinderwagen aan
de bloter benen smakelijk
ontkleed geven een weertype
de kans daar lichtjes om te spelen

het moederschap lacht haar af
stralend tot al haar bewegen lust
in leven begeerlijk als zij gaat
draait alles even om de vrouw

alleen zo voldaan van dit moment
dat kinderlijk eenvoudig geschenk
een lijfelijk lichaam zo voldragen
lust dat intenser nog leven omarmt.

woensdag 11 mei 2016

Academicus

Hij ging dieper groef en ploegde
de aarde om
haalde zoveel boven met gewoel
gevoel deed niet ter zake
slechts de diepste gedachtengangen
waren bij het doorgronden 
het onderste uit de leemlagen
van o zo ondoorgrondelijke aard
was van jongst af aan zeer grondig
gedijde goed op zware kost
bij neerslag kwam hij bovendrijven
steeds vaker twijfelend aan z'n geslacht
ook dat lag in de aard der dingen 
besloten toen hij boven kwam
dwaalde hij nog wat droogjes 
rond de scherpte van gesnavel mijdend
zijn weke mond en andere delen 
waren zo goed gebekt noch bestand
tegen beter weten had hij geen weerwoord
anders dan regen want daar immers
werd hij glad en goed gezond 
maar die ongenaakbaar wreedste zon
dit daglicht kon hij niet verdragen 
toen een harde korst de aarde 
hem het verder verdiepen belette
restte hem een wrede dood 
op platgetreden wegen 
waar anderen zo prat op gingen
smachtte hij uit alle macht
en verschrompelde geheel en al
gelijk zijn kennis van de ondergrond 
verdorde daar ieder bron van kennis
omtrent de aard der dingen opgedroogd
hem toe schenen zo onbereikbaar 
hard hij ook de dood tegemoet wurmde
in de bek van de hooggestemde 
olijke noot genoten in eksteroog.



--

maandag 9 mei 2016

De lyrische Syriër

Hij is een doel op zich
een winterjas als zomergast
iemand die je had verwacht
maar eigenlijk nooit zag

de man met een bevrijdingsleger
in z'n hoofd wat revolutionair
mag heten wapperde in z'n tuintje
een ontzettingsvlag wat in een vlaag
van verstandsverbijstering Guavara
bleek steeds meer wat eerder rood
voor ogen hem tot doel leek

ach het leven is zoals het was
als landgenoot met woongenot
terwijl hij vaker niet te genieten is

de kou is uit de lucht
sinds kort is hij de vredevorst
een lieveheersbeest prijkt
nu hij hier binnen is buiten
op zijn vensters

wat gesloten meer dan open
ramen waar muziek uit kroop
wat stoorde was van nu af dicht

ik zie hem niet zo vaak
terwijl alles toch op rolletjes liep
omzichtig als hij was op rollerskates

laat hij zich niet meer zien
of verwacht ik binnenkort
een ander gezicht
van deze vreemdeling

die zo graag geziene gast
bij buurvrouwen
is hij ware knuffelbeest
nu de oorlog uitgebroken is
in zijn hart
waar hij thuis hoort hoe
slecht het afloopt daar
misschien

Dit kan het allerbeste zijn

Het leggen van een verband
tussen wonde en verwondering
het verschil zien waar het niet is
maar zeker wel kan komen
het leven op aarde
en misschien
de laatste adem
van een ochtendbries
maar ook minder geloven
in wat gezien
en minder zien
in wat gelooft

getuigen van de moed
en moed om te getuigen
hoe schaars gekleed
de waarheid is.

zaterdag 7 mei 2016

De fietspomppionier

Hij blaast nieuw leven in een leeggelopen band
van oudgedienden in de eeuwige trouw
de weerstand is groot de wrijvingswarmte ook
tot dat de spanning groot genoeg 
het stuiteren stuitend laat beginnen
zitten al die moleculen binnen 
gevangen in een rad van avontuur
dol van draaien wentelt de wereld
van hoop tot wanhoop tot malenstoe
door een tunnel die eindeloos lijkt
met slechts een ventiel hoe imbeciel
 waar door ontsnappen 
nog een uitkomst is blijkt
ook de speldenprik of 
het gewone glaswerk
nog uitkomst te bieden
tot verkrijgen van een losse 
band die bijna bandeloos
iedere beweging achter zich laat.




--
hakuna matata,

ries.

woensdag 4 mei 2016

Nu niet wellekome

Geheugen spint garen over lijken
op gehoorsafstand platgebombardeerd 
geweten luistert door ogen in beton
naar uiteengereten hartslag van de tijd
trager stroomt bloedstollend 
de levenssappen door het riool
de geest biedt schamel onderkomen
in dit dakloos bestaansrecht 
van geslepen woorden mateloos
helder op één oor 


--
hakuna matata,

ries.

dinsdag 3 mei 2016

Ik ben al jaren verleden tijd

Mag ik je nog eenmaal 
te verstaan te geven
nog een keer je taal
je middel zijn in het
omarmen door huid
en haar verstrijken
op zachter plaats m'n 
handen neerstrijken
je leven nemen zoals
mag ik je nog eenmaal
omwoelen in je dromen
waar je naakt uitliep 
maar niet uitsliep 
dan in mijn wereld
dat tijdelijk deeltje 
van mezelf waar in
ik me hard zo willen
maken wat voor even
laten voor het weer 
te laat staan bij neer
leggen mijn hoofd 
op de weekste delen
de mond laat 
fluisteren in één 
ademtocht naar heinde
verder dan de nacht.



--
hakuna matata,

ries.

zondag 1 mei 2016

aftands

Z'n naam heeft hier en daar een nieuw jasje 
aangedaan die oude dijk 
op z'n breedst een afgegraven kruin
smaller dan voetpad er dwars doorheen

Ach dijklichaam dat daar staat, ligt, rust of slaapt
ontwaakt nog hier en daar in het dromenland
al heeft hij er zijn hoofd niet altijd bij
met een waterhoofd daarin zich siert
tot een kanaalpandje of beter nog 
uitgewoond huis dat onbewoonbaar verklaard

een bijna vlak stuk niemandsland
waar vaak de aflopende zaak nog tastbaar
in de tuinen van de welvaart 
van het zoetste water staat
stroomt de uitkijk naar 
wad eigenlijk verderaf staart 

Smeer um

eens wellicht de oudste woonstee van het hoge land
geïmplodeerd tot te saneren bult in een windbuiil
van weleer staat nu voor paal het smeersum hier
een kale puist verheven met boom of wat na

NP 6h






























de pieperfabriek zwoegde zich adembenemend door de stilte
onzichtbaar ook was de karekiet in het uitgeloogde riet
mijn schaduw kromp lomer voor mij uit dan ik voorzag 
op de weg die ik aflegde naast overdreven veel wolken
in spiegelbeeld ik beeldde mij in dat ook ik in de wolken
ben zwemmend tussen kikkerdril hoogverheven dan
stamboekvee dat al malend  de kruinen afgraasde
eindeloos is op den duur iets wat daar verderop rust
een stip die wegvloog bleek een kiekendief 
ik kon weten noch zien of het grauw danwel blauw 
betrof wat er aan de horizon verscheen bleek ook
oogverblindend de verleden tijd die nu opstond 
gelijk ik op m'n klokje keek en zie dat het stipt 6 uur
is op de noordpolder waarover ik denkbeeldig zweef.