Een gordel waar binnen
je kan wonen ligt in het hart
besloten om vandaar uit te leven
wordt in die zin begrepen
daartoe viert de vrouw haar talig bestaan
ze is een lettergeest geworden
in haar dromen predator
van het andere geslacht
waartoe zij een dichter
heeft bezeten
om lustiger de woestheid
van kanalen te beteugelen
dat tegen ieder boegbeeld opgezweept
weer tot bedaren gebracht
kalm kabbelend water
is haar inkt een smetteloos kind
waarop de huid geschreven
zij de man laat leven die haar
vrouwelijkheid uitgedreven heeft
tot kleiner Schrift vol leestekens
de minnares van het moment
gescheiden van de werkelijkheid
heeft in haar literaire staat
het voorspel gespeeld
dat overspel heet
in het ware leven.