zaterdag 31 mei 2014

Op bewogen gronden

Nabij Kantens lopen de hooglanders los
richting Helwerd staan nog enkele muren
dakloos maar fraai begroeit met mos
staat het zeer oude bekend te turen

torent een schoorsteenstoel
uitgeblust de verzakking te boven
het maaiveld uit wordt geen aanstoot
genomen maar aan steen gegeven is niets meer 
uit de klei getrokken dat kwam nog uit de voegen

boer ten voeten uit pakt z'n vouwwagentje
vrouw placht nog wat tegen te werken
maar trekken er per slot samen op uit

er is een serre uitgebouwd
 uitkijkpost
naar scheef uitgebroken veestapel
kantjes
boord dobbert het
van de wal gekeerd

niemand zag trof
part noch deel
het scheelde ook niet veel
of te water
en te land lag alles er bezopen bij

de gaswinner raakt nog niet uitgeput
terecht gewezen door de schoklander

veel eerder dan verwacht groeit verzet
tegen bodemdaling daarmee gepaard

ik trof nog wel
aan  oud toonder
pad waar zoveel fluitenkruid
gemoeid was raakte 
daarover niet uitverteld
terwijl zoveel

nieuwbouw wordt gepleegd
zonder dat
de doodsoorzaak vastgesteld
van de nieuwkomer die was verdwaald
is nimmer meer vernomen.

makelijk

de ambachtelijkheid van hout
van kiem tot ontledend naakt
de kracht van rot en rijp
voeding geeft tot leven

woensdag 28 mei 2014

zondag 25 mei 2014

Godsgeleerden

Vroeger spraken ze over vrouwen
tegenwoordig spreken ze met vrouwen
morgen spreken vrouwen hun aan

ze zijn lotgenoten van een zelfde stam
de een verwekt de ander baart en samen
zorgen zij zo vleselijk verschillend van elkaar
nu god mag weten wie begonnen was met seksen
jongens van meisjes en meisjes van jongetjes
zelden minder bij elkaar maar tot elkaar veroordeeld
in de vleze en in de vreze het vieze van de lieve heer

vroeger spraken ze over mannen
tegenwoordig er steeds meer met
morgen spreken ze elkaar tegen

Splijtzwam

Ik heb zo'n vreselijk gezwel, je weet het wel,
zo'n ding dat hoort er niet maar het zit er wel.
Het is van eigen vlees en bloed en deelt,
als of het een lieve lust betreft, zichzelf razend
snel. Je ziet het niet maar zit er wel verzekerd
van een toekomstperspectief. Het is een dief
van mij, ontneemt mij, maar meer nog ook mezelf.
Het zetelt daar god indachtig lekker onder m'n vel
terwijl ik krimp groeit het tegen m'n verwachting in.
Wellicht baar ik die zorg straks wel, die uit zichzelf
die niet van mij die telkens meer zich aftekent die
dadelijk ook met mij afrekent vereffend wat niet
vervlakt de oppervlakkigheid van het bestaan dat
zoveel meer is dan bestaansrecht teert op mij
en teert mij op ik ben dadelijk een ja wel gezwel
zoiets van zaad en cel samen smeltend geheel
ooit opgebaard in moederslijf tentoongespreid
tot wasdom van medemenselijkheid alles verteerd
dat mij bezit tot ik alleen met miljarden samen ben
samendeel en samen deed wat niets meer is
mijn eigen natuur om zeep gebrachte kankercel
zo wereldvreemd en uitvreten hier en hier alleen
niet meer dan wat gedachtengoed dat z'n dagen slijt.
Ik heb spijt dat ik daarmee zit, terwijl het doodleuk
een verhaaltje dicht dat over wie ik ben
een zwetsende cel die verder wel is uitgedeeld.

dinsdag 20 mei 2014

Zo ZichZelf Zijn

Ik kan me laten welgevallen
hard gelag gebroken tanden
verder ongehavend zijn

Ik kan mezelf de hand geven
bittere pil gekrenkte zinnen
maar een ego om te zoenen

Ik kan mezelf uittekenen
afgeschreven opgegeven
van de hand gewezen lotgeval

Ik kan zelfs mezelf aangeven
aangereikt overlevingskunstje
voor de omgeving welgezind

Ik kan tot slot mezelf wezen
gewoon nabij m'n eigen ik alleen
ben ik daar zeer tevreden

maandag 19 mei 2014

Maar dan de man

Wat speelde er bij hem
naast zijn kinderen nog
door het hoofd dat hij
zo oorverdovend hard
vergetelheid kon uitroepen
uit angst uit woede of verdriet

Wat verdroeg de man
naast zijn vaderschap
waaruit hij leven en dood
niet meer kon scheiden
na zoveel snelwegen
de verkeerde afslag koos

Wat maakt een man zo
zelfs dat hij zo overhoop
lag waar hij het meest om gaf
zouden zij onderweg nog
gelachen hebben of gehuild
zouden ze nog gedachten
hebben gehad aan de pret

Zouden ze om de tijd te doden
samen zijn komen spelen
met afscheid nemen voor even
omdat er nog iemand wacht
hij zoon is en vader van zonen
zij zonen zijn die vader kenden
wij zijn in alles van afscheid nemen.

Pasmaatje

Ze past precies
het fit
niet dat zij
daar mee zit
maar zo
zijn de regels

dan is er een speld
ze slaat een figuur
wijkt daar nooit vanaf

het ongelooflijk
goedkoop
een goede snit
lekkere stukken
ze past

zij is het ijkpunt
van tiet naar kont
alles lekker
alles rond

zij neemt het nauw
zelfs wanneer zij
het op haar
heupen heeft
is het nu of is het nou
te klein dat maatje
zelfs d'r borsten
ritsen gespeld daarop
onwenselijk mee
maar altijd wordt zij
onthaald pas op de plaats
anders raakt iemand de draad
nog kwijt Petra die ja pasop
van plaspop paspop werd.

Het water welt

de mens in al z'n naaktheid poedelt in de neerslag
van zijn succes snakkend naar lucht omdat in water
hij geen schijn van kans meer heeft voor't leven

de rivier die buiten zijn oevers treedt teweergesteld
in een woord samen gekomen de neerslag van leven
regen regen komt altijd naar beneden door de lucht
over de aarde vanuit de beddingen uitgesleten

overspoelt het spoelt het woelt het ontbost in weerwil
ongeremd en razend woest tegen de damwand
die op barsten van ongetemde energie opgewekt
stad en land wegvaagt opdat zo maagdelijk weer

het eerste licht
de ontdane wereld
weer uitzicht biedt
op luisterrijk lied
van herstelt getij
dat van zo nabij
paradijs herschiep
waar god eens liep
waar water welt 
wast alles weer


Ontstegen voor eeuwig

Hij schreef nog even
voor hij van het toneel verdween
hoe de mensheid technisch gezien
zichzelf aan de nieren proeft

de man die de aarde als wereldleider bezag
als geen andere ander zag hoe rond het was
begrenst door een oneindigheid van leegte
besefte hij hoe klein de man is die dat zag


de nietigheid van het vernietigen verwekte
bij hem de overlevingskans van het teniet
doen wat de mens vermag verspilziek leven
tot onleefbaar niets meer uit te leven valt

de aarde wentelt zich in zijn graf rustig
tollend van dag naar nacht in zonnebaden
niemand die vermag dit tij te keren dat licht 
laat leven in wat eens zo groen nog scheen

het regent zo nu en dan en dan ook stralend
scheen de zon in voortbewegen gedreven
door woestijnen van weten was hij fantastisch
iedere zandkorrel te wegen in zijn eigen nich

-
W.O.
(bevlogen, hoog bevlogen, vervlogen, 
maar duurzaam verblijft hij voor eeuwig 
bewogen voortleven)

zondag 18 mei 2014

Gods woord in alle staten

Hij at niet, bad niet en vergat
te slapen om tot slot op perkament
te verschijnen dat drukwerk
weer meer was dan handwerk

was de woordenaar geslepen
tot de puntjes werd gedreven
zo zijn gezondheid daar onder
leed geen twijfel troostrijk

hoe toch een geldschieter
mis schoot op de smaak
zo ouderwets beleden
wel belezen veeltalig

uitgeven tegen ketters
leven was een talige god
het ijzersterk geweten
tegen reformeren

wat met klatergoud
ijdeltuiterij ontmaskert tot
snuisterij van praatjesmakers
de mond gesnoerd met patina.

vrijdag 16 mei 2014

Met alle geweld

Het rumoer van leven
afstervend verdenken
haveloze thuishavens
het verweerde gesteente

door merg en been

steden die schreeuwen
van moorden en brand
straathoeken doden
de tijd uitgeheeld

ik bezocht de plaatsen
zocht op de graven
hoe gegraveerd ook
ze lagen ze waren

allen alleen

afgelegen afgelegde
wegen de schreden
wee het gebeente
dat doodlopend liep

Het weergeven

Stilte in water
luchtig getekend
kleurend geheel

sterren in duizenden
maan die verscheen

brak hier in duigen
ik gooide de steen

dinsdag 13 mei 2014

Aangeslagen


maandag 12 mei 2014

De aanslagen

Ik 
ben opgeslagen
weet het misschien

nog niet maar ik lig
waarschijnlijk naast u

ergens samen kunnen
wij nog wel wat delen

of nog wat vingeren
met onze nullen en enen
samen zitten spelen

maar ook dat wordt
opgeslagen al dan niet
in levende lijve

te ervaren samen
zo maken wij ons

onuitwisbaar en
ondeelbaar ons

bestaan virtueel
tot eeuwig leven

waar zelfs 
ik
wanneer 
ik

niet meer besta
als lijk nog wel

naast u besta
beestachtig ja

dat we wel vertaald
te verstaan ergens

los van ons zijn
zonder ooit nog
met z'n allen zijn
raadpleegbaar wij

U
bent me er eentje
Ik
Krijg nul op
m'n rekest 
Wij 
staan zo
hier te lezen.

Druppelgewijs


zondag 11 mei 2014

Ze voldoet aan alles


Je stikt er bijna in

Overal waar ik een blik op werp
zie ik wel cola drijven in de shit
of bier waar ik niets van merk
dan troep en verdronken verdriet
een nasleep van geluk dat zo
vreselijk bezopen rond zwerft

zaterdag 10 mei 2014

Nestvlieder

Uitgevlogen waren ze
niet even zo min uitgekookt
uilskuiken gelijk blijkt steeds
minder meerkoet te zijn
dwaalt moederziel alleen
nog over de wateren
waar eerder nest toch
zo behaaglijk bleek

Toen alles weer wat losser zat

De naaktheid vanzelf sprekend werd
de huid wat deelbaar kleefde
net met ontdekte stramheid speelde
meisjes lichter leken in de zeden
kwam ook het jonge leven tot leven
wat nu te boek gesteld in het museum lag
werd eerder gewoon fietsend door de jeugd
van binnenuit beleefd lachend in de stad
het land aan alles dat er was
de waarheid lag op straat
naakt spartelend te kirren
de wind voorspelde mooie dingen
achteraf scheen de zon altijd
zelfs 'snachts achter de gordijnen
tot het snel donker werd
achter de schermen

donderdag 8 mei 2014

Aanvankelijkheid


vensters


dinsdag 6 mei 2014

Het vege lijf

Ze is niet zo onschuldig als ze lijkt
schraapt de verzen van haar vege lijf
kuist haar taal met woorden door slijk
spint ragfijn weefsel speeksel gelijk
door alle poorten van genot is zij
verzot tot het vermaak van haar taal
de wereld is een doorschijnend bloesje
blosjes van pril lentelicht speelt
langs haar tepel naar het verhit gezicht
ze paart nog frank met vrij gevoel
van haarfijn van zichzelf te zijn
in vangen van de overvolle uren
in een luchtkasteel dat dadelijk weer
maar nu weer eventjes op haar gemak
alles van zich af schrijven over hossen
in vrijheid achterdranghekken van de tijd
die stijlen waar tussen verpletterend
een werkelijkheid van gemorste gulzigheid
ranzig vies tentoongespreid tussen haar
benen door aan de straat beklijft
het is even uit tot weer een schoonmaker
haar bevrijdt en zij opnieuw het vege lijf
prijsgeeft aan de poëzie die in haar raast.

maandag 5 mei 2014

Inlegkruisje

Wat verloren voor de poort
stram in het gelid stijf geheid
hangt hij daar opgesteld
vroom de onschuld omgeslagen
lendendoekje tegen bloeden
het paste haar daar kuis bij
te staan devoot te prevelen
hoe toch in gods naam hij
zijn zedig zijn verloor
in haar periodieke krampjes
die achterwege bleven