woensdag 5 februari 2014

Dorsvloer

Voor de honger hoef je het niet te laten
wanneer de eenzaamheid al knaagt
schoorvoetend komt hij nader
twijgen brekend tot dood hout

gevangen tussen dwaalsporen
omgeven in wijdgezichten alleen
het grazig gras buigt trager
in iedere opgeheven aar
dat luchtig meewaait

in iedere windrichting
die om de dooiedood
de dichter achterlaat

in dorre strofen samengepakt
in balen zin in veevoer aan gewillige oor
dat gelabeld neergesabeld is
door scherpe zeis met snedige sneer
hoe wel eer het stoppelveld
popelend maar proper is afgegraasd.