maar één plek
waar
het wel plaats vindt
Een leeg gehaalde ruimte
uitgeleefd tot op 't beton
mijn bovenkamer is onbewoonbaar
verklaard verboden toegang
waar ik door mijn oog heen
binnen dring door dring mezelf op
opdring in de echo die er doorklinkt
klink door op holle wanden
dring door de nagalm heen
daar
ben ik nu van doordrongen
drong ik daar maar tot door
voor zover ik de rust daarin gevonden had
dreef ik blad op drift in stroomversnelling
rond koel helder waar ook bodem zacht
vertroebelend slijk mijn voet in woelde
bleef ik opgelucht tussen openslaande
tijdvensters door hier op de tocht mijn intrek
was een optrek van diepe inhalerend rookgordijn
van verstuivend water benevelend beschreef
van nerf tot nerf mijn onbeschreven blad
tot het verdrinken toe de inkt vervloeide
die m'n huid eens tooide in door handen
getatoeëerd weefsel in mijn geest.