waadt door het gewas als water om de vis
speelt hij in bruin getooid met hoge hoed
in toverslag zijn gelaarsde gang om tot een draf
waarin verzwolgen hij geabsorbeerd in de obsessie
de vogels gade slaat die op de wieken heen
bewogen voor zijn ogen vluchten terwijl zijn
omgeving in hem opgaat tot een schimmenspel
nog slechts verraden door het beweeglijk riet
oplost opdat niemand inziet hoe hij verdrinkt
in de weerwil van z'n trage tred die hij inzet
in het oplossend vermogen van zijn kijkglas
wat hij als geen ander doorziet.