zondag 8 januari 2012

Nieuw jaar

Laag uitgehoekt licht werpt keihard zwarte schaduwen tegen
terwijl ik juist op het punt stond om te keren naar vorig jaar.

Alles valt af te leren, zelfs in uitgevallen bomen naar mij,
klonk tegenwicht, als ik door onbeschreven bladeren treed.

Het bruine onbehagen in de erfafscheiding dat halsstarrig
nog beklijft met taaie kurklijsten ondanks windkracht negen.

Iets dat er nog harder inbeukt is het gekletter van de regen,
frontaal tegenspreken wordt zo welhaast onmogelijk gemaakt.

Zelfs op dijklichamen tekenen windbuilen tranen in de ogen
van de halfverstaander die voorovergewogen weerstand biedt.

Er scheren hagel, sneeuw enzo de laatste wilgentenen kaal
voor het verval van een wanhopig laatste blaadje dat er uithing.
~
De langste nacht was strijdend in de storm ten onder gegaan en resten
van de aan flarden gerukte dag liet faal licht vallen op stenen kreupelzone.

Ontij en afnemend daaraan de dalende zeespiegel die uitgeput daarin
zware wolken reflecteerde tot bijna zwarte asfaltwegen waarover verhaald.

Hoe het tot weer voorspellen gaat dat wederkerig aan het afgelopen jaar
een race ten grondslag ligt die al afgelegd is op dat water aan de kwelders.

Zelfs strogele ondersoorten kweldergras die anders zo zoet smaken
liggen diep uitgebleekt nog weinig voedselrijk in het opgeworpen slik.

Zo doorwadend in deze eerste maand waarin ik in een windstil bosje es
geborgen naast de stam in enkelvoud ontbonden mos mezelf te rustte leg.