Door de bladeren of door de wind
of het tegenlicht dat tegenzit voor
de geurende bodem het ruikend riet
nasmeulende avonden in m'n gezicht
brandende horizonnen alles teloor
hier staat een mens die zich bezint
z'n houding ademt er door en door
hoe vast houvast vereeuwigt ziet
zonder banden wat zich herricht
raast de tijd vooruit op zijn gehoor