Een gapend gat waar licht opvalt
vernauwt geenszins tot speldenprik
maar verschiet van kleur met wat omringt
een engte in een vreemd gezicht
dat speelt tot het verveelt
de clown bij wie hem nog omringt
componeert eer hij crepeert
op zijn eigen wijs een deuntje
dat iedereen begrijtpt en aangrijpt
als een doodsbericht van de vallende ster
dat iedere wens in het verschiet
laat vervliegen gelijk een komeet
die niet meer weet dat een ademkring
geen weet heeft wie daarin verteert
tot stoffig deel van het geweten
waar menigeen nog weet van heeft
de aarde is en blijft een eenzame planeet
waarop je verdreven wordt tot in de groef
die knarsend droef zelfs een geslepen diamant
tot iemand maakt die een ieders verleden deelt
de astronaut van hersenschim tot vagebond
het lotgeval waartot alle vlees en bloed verzot
(DB, 2016)