woensdag 30 december 2015

De halve garen

Ze spreken als deel van de geschiedenis
maken dikke woorden uit halve zin
de kaken zijn gesmeerd met vette wangen
delen kant-en-klare taal stellen zij
de toekomst aan de kaak
vergeleken met verleden heeft de jeugd 
bittere woorden voor miskende weemoed
hoe het verder moet met grenzen 
groter dan een taalgebied gesmeed
met liefde die uit muziek voortkomt
vrienden die nootjes kraken op gehoor
maar de schrijver de schrijver heeft
het allerlaatste woord gestolen 
uit de harten van de mensen 
die het hoorde te lezen zoals het 
hoort vervult van lichaam en van geest
literair verantwoordt delen met velen
de menens en de delers en het even
dat zo onuitgesproken wordt 


--
R

ik ben niet  zo van papier!

De meevaller

Geluk was die zijde draad
waarvan je sprak
dat jij daar zo aan hing
voor dat i brak en jij
gelukkig was
niet meer te bungelen
maar op eigen benen 
geheel op je gemak 
iemand aan je zijde trof




De meevaller

Geluk was die zijde draad
waarvan je sprak
dat jij daar zo aan hing
voor dat i brak en jij
gelukkig was
niet meer te bungelen
maar op eigen benen 
geheel op je gemak 
iemand aan je zijde trof


--
R

ik ben niet  zo van papier!

Een dodelijke versuffing in een hang naar leven

Een vlindertje dat het spoor bijster leek
scheen eerder nogal van streek in de steek
gelaten de nacht doorgebracht te hebben
verdacht op de bloemen van kwaad
dat meisje nog dat het leven liet
sporen na van het intens verdriet
dat nu eenmaal mensen siert
die het nalatenschap van de dood
verdienen met een sprankje hoop

zondag 27 december 2015

Een lachende derde

Het olijk wuivend lelieblad sterft af
gadegeslagen dotter wenkt het bloeiend
bloemhoofd licht van streek plasdras
op de oever van het aanhangsel 
morsig groen maar weelderig zacht
en went tevens van de winter af 
het geloof in deze dagen taant
geleidelijk maar onverdroten 
tot een traag besef van voorjaar
naar het onzedig luchtledig rosé 
kleed van de zon die veel te laat
doorbrak op het bekaaide zwakke
schijnsel van de tijdgeest die rondwaart 




vrijdag 25 december 2015

Van alles en nog wat

Van alles teveel
aan alles teveel
teveel van alles

het wordt teveel
veel te veel
genoeg teveel

tot vervelens toe
is dit teveel voor
velen veelsteveel

veel tijd om te vervelen
veel ruimte om in te vervelen
veel mensen om nog te velen
veel te weinig ook nog
om te delen

donderdag 24 december 2015

Het zit eraan te komen

Het kerstkind warmt zich 
behagelijk op welverdiende tegenspraak
de zonnebank 
niet op de woonboulevard
maar op de achterpagina dit jaar
het meisje wordt er onbekommerd zestien op
het scheelt geen haar of het kan haar
geen snar meer interesseren wie het doet
en waarom met haar zolang zij maar
genieten kan van al dat lijfelijke aan haar
de hoop spreekt klare taal dit jaar 
voor kinderen van het millennium paar
dat geslachtsrijp klaar staan bij het abbetoir 
waarop menigeen gevild onthaart en zo meer
kaal de naakte toekomst tegemoet gaan 
met een luchtig gebaar van zinsnedige aard
hoezeer ook alles warm draait 
blijft ook de vraag 


--
hakuna matata,

ries.

woensdag 23 december 2015

Hij had een Facebook

Doekjes voor het bloeien
ingelijst verlangen
naar wat buiten heerst

het mocht niet baten noch rijmelen
te oud uit de kast te jong voor t sterven
hij hield zich in en de dood haalde uit
zo waren zij toch samen nog thuis

komt alle te samen jubelend
van vreugd nu zijt welkome
met een goegemeente voor de buis
het hooglied een versje
het verhaaltje was uit.

(JZ,2015)

zondag 20 december 2015

Aangesproken velen

Ik sprak onlangs een man
hij sprak mij aan de man
is heengegaan stond in de krant
dat hij ook was geboren
wat noodzakelijkerwijs geschiedt
geschiedde toen ook 
zoals de advertentie luidde
geheel en al onverwacht
heengaan opdat hij hier en 
nu zich nooit meer bedacht
zelfs in woorden ooit 
nog uitdrukken kan



--
hakuna matata,

ries.

zaterdag 19 december 2015

Vocht

Mijn strijdbaar gegeven
vocht, het zit me tegen
achter het hart klonk het
bezopen maar bijna verzopen
de longen verdronken

zo beschonken was ik
met het verdrijven klaarde het
kwam lucht in m'n leven
maar verder was water
rantsoen voor het leven
vanwege het vocht
vanwege de hartslag
die werd geleverd

watersnood is een verdrinkingsdood
waarbij schaarse leidt tot droogte
is de afscheiding een blijvende zegen.

woensdag 16 december 2015

Huis, tuin en keuken mensen

Bij de een staat een lcd scherm overuren te draai in de woonkamer
met wat de ander zwart voor ogen stond toen i uit z'n dak ging
de wintertuin, een haveloze bende tuinafval en sompig gras vol vallend blad
schaduwbeelden van het laagstand licht dat nauwelijks dageraad geeft
maar meer dor en ontredderd de zandbak onder de rupsband 
van een leger zwervers die de weg kwijt zijn in hun geweten 
een keukenmes snijd aan twee kanten van het verhaal
de motjes van de krop andijvie of het strottenhoofd dat zich geen raad weet
maar na een overtocht sheapticket retour of enkeltje voor het tienvoudige op een luchtbedje
komen die werelden elkaar keuvelend tegen halverwege een vakantieoord als vluchthaven
waar alles zo eensluidend klinkt van doorsneemensen op een doordeweekse dag
om te beginnen op hun gemak gesteld maar meer nog uitkeken op bestaanszekerheden
of er toekomst zit in kleur bekennen tussen zwemvesten en badkleding 


--
hakuna matata,

ries.

zaterdag 12 december 2015

Stille stille

Zaterdag, een man roept van het balkon. In woorden die de taal ontsnapt zijn, is hij grootvader. Kleinkinderen zijn nu eenmaal dichterbij de grond. Zijn blik dwaalt, het leven lang, in lege vitrinekasten, aangekondigde kunstwerkjes in posters opgesteld. Blikwaardig zijn ze niet; de kinderen zien er doorheen zichzelf, hem niet. Vragen fris met prik. Daartoe is het hospitaal, een kliniek met automaten. Geschrokkem kijkt hij er op terug. Voetstappen inderdaad volgen hem de hele dag.  Herinneringen vervagen, daarna sterft zelfs een kinderlach weg. Wie is er nu op zaterdag ziek? Verder niemand die hem ziet.
Hij droomt zich gisteren aan de muur van grijs genoegen van nog eens een bezoekuur aan de lopende band of een dag die het verdiende een dag erna te zijn.

Gangen nagaan

Hol en verlegen komt schoorvoetend een zachte tred zonder gezicht beneden
langs en sterft voor mijn ogen weg.
De stilte ruikt naar beton dat kil en vorstelijk verlicht de wanden
vorm van dit gewelf
Een poederzacht gezicht glimt in kunstlicht als kerstversiering
voor een juveniele Jezus
Niemand gelooft daarin, vandaar de wolharige teddybeer en iets
dat met kunst en vliegwerk vredeskindje heet
Dat wordt in gedachte geschapen gedecoreerd als mijlpaal ergens
op de spiegelharde tijd van waar ooit pijnbomen voor bestonden
De naalden steken slechts in het geheugen met gelijke snit
als de kunstzinnige pilaren van roodgroen aardige wezens
die nergens toedoen en nergens op lijken
De naaldhak verdiept de ruimte waarin ik zit met een echo
die zij me naliet in geloof dat ergens toe leidt
Geen aanleiding geeft de uitzichtloze tijd te trotseren
die me boetseert tot homp vleesgeworden ruimte
In beslag genomen door een hart en een polsslag verwijdérd
voor wie daar een vinger in heeft.

De man met stoffer en blik staat op z'n eigen schaduw
veegt stof van gisteren bijeen
Zijn leven liegt er niet om,
zo omvangrijk staat hij daar.
Met trager tred treedt zonlicht door de niet bestaande vensters
bleek. De gevels zijn bekleed met koele wind door de beweging
van het menselijk publiek.
Dat steeds opnieuw weer sporen trekt
in dwarrelend en neerdalende mist
dat de lichtharp hier welluidend laat zien
Iemand speelt met mensenlevens
voor koperwerk neergezet

woensdag 9 december 2015

Infuus

De personele staf druppelt gestaag
de kransslagader van dit betonweefsel binnen
het gaat als een getijdenstroom
op ritme van galop de holle gangen door
soms zijdezacht als bloedplaatjes 
verplaatsen de soepele zolen zich
onophoudelijk is de stroom 

er wordt geen onderscheid gemaakt
tussen kankercel of belichaamd goddelijk deel
alles beweegt, loopt, rolt, kucht, rochelt babbelt
zwijgt, hijgt, blaast zich heen en weer

de wanden lichten op gelijk het hemelgewelf 
dat glimmend een stralende dag belooft
bekleedt in weerwil van de dag gaan handen
gepaard, alleen of stevig schuddend op
en neer zelfs verborgen verraden ze nog
of er nog houvast geschonken wordt
aan een toekomstbeeld, dat scheelt.

de voorstelling van  het doordeweekse 
showt bijna als vitrinekast waarin musea
etaleren hoe veelbelovend ook tentoongesteld 
de kunst van overleven overgeleverd wordt
op deze midweeks tegel geplaveide vloer
waar ieder moment zich in bevindt

alleen snachts snakt de stilte naar omhoog
wegstervend galmt een echo zeer
leeg verlaten een andere sfeer.



--

dinsdag 8 december 2015

Ik zie een landweg

En wat mist
een horizon
het gras loopt
voor de voeten
weg je voelt
dauw berijpte
parele vocht
drie bomen links
wat wijdverspreid
ook drie
aan de overzijde
hoe rijk de berm
hier verdwijnt
in grijzer licht
ik dwaal hier
bijna met de ogen
dicht met 10 milliliter
per uur door
en zie hoe rustig
roest mijn pad
met prikkeldraad
omgeeft op rotter
hout dat leeft
van bijtjes die
in nesteldrift
hun holen voorzien
van jongbroed
met het oog
op de toekomst
gericht voor mijn aanzicht
het geduld van de gevoelige
laag van het bestaan
is flinterdunne schijn.

zondag 6 december 2015

Ketelbink

Van potten poetser tot hartinfarct
op een afstand van de vaatkwast
het losweken van de zwarte teer
tot het neerslaan van het oude zeer
dat de wanden van het vaatstelsel bekleed
wat week er meer dan schonerschijn
een thee en koffiepot inglanzend hart
of het slappe lijf dat luchthappend smacht
naar het bevrijdend woord tot kloppend hart
zo opgelucht te weer te staan

zaterdag 5 december 2015

Ontbroken

Daar zit een wrak op z'n gemak
met een a ritmisch kloppend hart
van binnenuit bezien te smachten
naar de eenvoud van het deugen
dat zo smadelijk ontbrak
terwijl op wereldschaal wordt genoten
van het verderf van menselijke resten
waar ooit de samenleving heerste
loopt nu de eenling vreemdeling
te spelen met de scherven
van z'n leven dat hard op weg
is naar een infarct

vrijdag 4 december 2015

Rijvaardig

Onervaren maar opdreef
waterballet en nog niet droog
achter de oren werd ik gewassen
hier luisterde iedereen alcoholvrij

de nachtdienst lag achter me
de late erna maakte dit weekend
tot één paradijs

de tent was een slaapzak
de slaapzak een tweepersoons
matras waarop groenergras
slapen en ontwaken
in het schaamhaar van gisteren
met tien jaar verschil in levenservaring
een momentopname was
drie dagen lang onversneden
club met javaanse jongens
zonder lijm en tussendoortje
dat daar op leek muziek

ik dokte maar anderen zwommen
gewoon over en met regen klonk
de summertime als bijgeloof
bleef love and peace in zwerfvuil
achter net als de namen van bloemenkinderen
waar niemand meer om gaf.



(Kralingen, juni'70)

dinsdag 1 december 2015

Bevallen van de dood

Hoogzwanger kwam ze naast mij zitten
het was buitenechtelijk en ook nog onbevlekt

zelfs de baarmoeder werd genept
toch was de groei voorspoedig
de kiem waartoe snel gelegd

ze was er in z'n geheel 
al door bevangen
toen ze naast me neerzeeg 

ik word van binnen helemaal
uitgeleefd het feest gaat zo
beginnen in dit kraambed

een zuigeling zal het niet
zelfs het geslacht blijft
onbepaald al zuigt het mijn
levenssappen weg

het tijdstip van bevallen
wordt niet zo nauwkeurig
vastgesteld tussen nu 
en nog zowat maanden

ze hebben voor de wiegendood
gevreesd maar helaas die vrucht
liet zich met geen middelen van bestaan
afdrijven;

"zo zal dus ook mijn nageslacht
ondanks het vermenigvuldigend succes
met mij ten grave worden gedragen".

in de kiem gesmoord nu ligt zij hier
opgebaard na barensnood 
ze komt niet meer bij zinnen

geheel ontdaan tevreden wezenloos 
te staren naar een punt waarop
het eeuwig leven schijnt te stralen.