Ik woon hier
een platte grond
om van te eten
aangegeven punt
duidt mijn bestaan
op bewogen gronden
er staat een museum
in mijn geheugen
gegrift maar nooit uitgegeven
trager dan de tijd
scheuren de muren
uit mijn leven
weidser dan de blik
staar ik naar
m'n horizonte
in onuitgesproken taal
wetenschap ik de klemtoon
nooit benadrukt dit behang
een gevel vol
zwart glas weerkaatst
mijn innerlijk wezen
of spiegelt slechts
gebroken licht
een rietkraag
mijn geweten tocht
van uitgestrekte
baggerwegen
naakt vanuit mezelf
grotendeels maar soms
gewoon gekeerde aarde
bestaande klei
op weerbarstig
wintertarwe
lavend laveloos
beschonken naderend
einder stilt mij