woensdag 15 oktober 2014

Eencellig

Hoe zwartaardig zacht nog schijnt zwak
de sterrenpracht in oneindige veelvoud
stralend nog in speelser tinkelen klaar
de helderheid van het onstuimig leven
daar pril nog in alle woeste lust zich
in een uitbarstende kracht van kokend
zinderend versmelten inniger dan ooit
de dag zag rijzen op de nieuwe horizon
waarop gewacht het wezen in de licht
de schoonheid van het naakt bestaan
doorgrond in eindeloos verversen
van alles dat door eenvoud leeft.