Het gras voor mijn voeten weggemaaid
Het laatste madeliefje hartstochtelijk vertrapt
Het geel dat zo neerbuigend uit het zonnebloemenhoofd verschijnt
De evenaar waarover deze zonnesteek gaat
De pruimen waarmee ik me voor het hoofd stoot
De doornloze braam die het uitstekend doet
Een zeis die doodstil om de hoek staat
Een heggenrank wat afgeslankt door de heggenschaar
Wat lidwoorden tot onzijdig toe in het gelid
Dat maakt paars bitterzoet voorjaar begerenswaardig fel rood
Het beste van Ries
&
Bovendien ben ik niet zo van papier