De eerste slordig geplaatste nonchalante voet gezet op waar het onveilig toeven is
een smalle kloof een hoog verzet wat grond de aarde sompig klei een diepe voor
het liep niet goed af zwaar en wreed vochtig het gewas gemodder en geplas in dras
een roerdomp mopperende hol uit z'n schuilplaats in een willekeurige rietkraag
dat daar in eens een man verscheen gelijk de achtergrond waarin hij weer verdween
naar scheen bleek later ook zijn woon een brakwrak scheef gegroeide krot
daar ook het felomstreden verstorend ritme van gesomp het moeras dat bond
inbond en vervlocht jaar na jaar een dicht tapijt van ingetogenheid het loog
er niet om hoe met vlagen wind het ook bewoog de halmen en de walmen stuifmeel
die blindelings in paringsdrift vervoerd door weer en wind een richting in sloegen
daar ook waar stamper driftig ontvankelijk rank in alle openheid licht bewoog
verankerde ik met telescoop een willekeurig schicht amechtig hijgend inzicht
hoe ook een blauw borst in dit licht van kleur verschiet terwijl een schoot hagel
op mij gericht zijn werk deed hoe ook een reuze balsemien zalvend zachter rosé getint
haar wulpse zinnen had gezet geheel daar glooiend gloeiend op het blote oog
verrukt onthuld en naakt voor mij alleen in dit struweel haar intreden deed
het klaarde rap de daad verricht het zaad gespoten de morsigheid van lust geproefd
verlicht verheven opgelucht uitgewuifd en opgetogen de eerste schreden op verhard
voortschrijdend inzicht gezet dat plat gezegd betreden werd in de kwelzone waar zoet
gemoed voldaan tevreden gesteld haar lijfelijkheid daar zo vol vervuld genoten heeft