Ieder slak draagt zorg voor onrust in 't gewas
ik trek eropuit bewapen me met scherp op snee
steek de draak en de maaginhoud zo groener
spuit het eruit ik kom ervoor terwijl de duif
in het hout al koerend klaar zit samen troepend
op de beschikbaarheid aan kool hoe wreed
verstoord ook de merelbede haar snavel
in het doorstoken weke van het vlees boort
dringt ook tot mij door dat ik ook stoffelijk
overschot ben voorwaar geen geringe daad
na zoveel aan de aarde te hebben geschonken
geregen aan mijn in neerslag daaraan verkregen
onuitgesproken taal van geleedpotigen