Je volgt de baan die soms onafgebroken is. Dan
weer slaat het af, of ga je weer; rechtdoor. Komt
een schemerdier op het spoor. Schrikt op
van het groen en zo weerlichtend oog.
Remt, trekt op en gaat, er weer vandoor. Maar
al dat licht, die zwarte vogel daar. Het schietop,
dood spoor. Nog zowat bloed en goed afgebakend
kom je gerust eruit, er voor uit, je gaat er voor.