zondag 29 april 2012

De wind

het water 
heeft zijn streek gevonden en is gaan liggen bij de vleet 
want het water strekt zich uit en legt zich daarbij neer 
misschien was het de regen of stroomt het tegen
de klippen op of spoelt het daar van af maar alles
echt alles heeft een dieptepunt en vertrekt daar
Geruisloos ook zonder spoor weer uit vandaan


--
Het beste!

zaterdag 28 april 2012

Stram

De man beult zich krom
tegen zijn gewoonten
in weerstand bieden
met wat hem niet zint
hij gaat gebukt
door't uithoudings-
vermogen getroost
op komend gerief
alles gaat hier tegen
zijn haren in gestreken
een wijds gebaar
wat hem hier tegen
staat is het gedreven
zijn tegen zijn zin.

Ik was gedreven

Door de wind
gebracht kwam ik
voor't gedreven
water hoog
in iedere luwte
schuw ik stilte
uitgelaten heen

Uitgelezen

Er zijn dagen bij dat ik best gelezen wordt
het piek dan wat na in statistieken
die ik dan weer uitlees
gelijk verslagen vanuit verleden
louter om het weten of ik
ook ik daarin niet vergeten
wordt mee te rekenen
met wat telt of uitgeteld
juist in een dalletje verblijf
een dieptepunt in zeker weten
dan schrijf ik gewoon mezelf
gedicht om uit te lezen

Bewind voerend

Ben uitwaaien gegaan
alles werd glad gestreken
vergeten in de oplawaaiers
die vergewissend tegenspraken
hoe adembenemend toch
een buil opgelopen in de bui

viel toen als filodeeg
uiteenviel afscheidnemend
in neerdwalende gebladerte
huid en haar uit het oog
verloor in onverstaan
tot zwijgen stil gelegd
gebaar

Uitwaaien

De wind speelt de knoppen
uit de bomen
tot daar een liedje door zingt
in de hemel
komt iemand ook tot leven
uit de sterren
valt te lezen hoe dat klinkt
daarachter ook
gaat de regen schuil
in de wolken
blijkt alles
zeer
nabij

vrijdag 27 april 2012

De man

Hij kan afwezig zijn zodat je hem overal wel ziet zitten
steeds dichter aan zijn hart komt hij nog verder af te staan
Hij schijnt van alles af te weten zonder er bij stil te staan
ziet hij het meest van al het feitelijk niet zo scherp voor ogen
vaak tekent hij een vaag contour waarin hij wel zou passen
maar meestentijds is hij domweg van uit zichzelf niet
niet uit te staan in zijn lichaam waar hij toch thuis hoort
al lijkt hij meer dan eens wie dan ook iemand
die hij dan ook maar heel gewoon ook is

Nacht

De hond blaft de nacht toe
traag tikt het water verder
dicht tot duister vliegt over
een onzichtbare vogel
de ruimte in omsloten
dit na verwacht van korte
duur licht op de horizon
de vaste tred sterft weg
eveneens ook overmacht
de onherroepelijke kater
vol ochtendgloren tijd
er is niet meer dan een hand
voor ogen te oorverdovend

Lucht maar ledig

De wind stak op en kwam met mij binnen
Wij waren samen de tel kwijt met zovelen
Ik bleek lucht maar de wind adembenemend
.

dinsdag 24 april 2012

Pleinfestijn

Zij fietst door mijn verleden heen alsof het iets is
waar zoveel voor moest wijken dat daar opgebouwd is
om voor de eeuwigheid te vervallen waar ik thuis hoor

in een vaag standbeeld van monumenten dat daar voor
stond van harder steen en groter omvang
dan een kinderhand kon omvatten
toen het daar om vroeg
geen dag ouder te laten worden
dan morgen omdat dat al te ver weg lag

en eeuwen later dat oog weer rust op plaatsen
van een jongetje ooit waar zij voor staat
die vergeten is te volgroeien in die geest
van ouder worden dan op de grond van wat zij leest

woensdag 18 april 2012

Geluid

Er zit een ruis in mij
ik luister geduldig mee
het geluid hoort bij mij
zoals mijn oor te luister
ook vervuld daarvan
geraakt het nimmer
van mij zij tenzij ik
het zwijgen opleg
waar ik ook bij hoor

dinsdag 17 april 2012

Het zou grijs moeten zijn

Hij plukte de schaduw van de muur
waarmee hij eerder nog zichzelf projecteerde
toen hij zich nog terugwierp op z'n achtergrond

Er was voor niets geen beweging in te verkrijgen
dat gold ook zeker hier voor hem waaraan hechtte
zat alles in elkaar geklonken hij was daar meewerkend

Voorwerp liet begaan uit fundamenten losgesneden
nu gestut met warmte bekleed de vloer om op te beuren
uit te leven vanwege het zwevend dak dat uitzicht bood

Hij heeft er een baarmoedertje dood aan
dat een feut van hem heeft gemaakt
daar is hij dan maar van uit gegaan

Er was een periode uitgeteld voor hem weggelegd
verblindend licht sloeg de oogleden rood dicht
al voor hij nog besneden werd al afgesneden
van dit inwendig leven waaruit hij geworpen is.

zondag 15 april 2012

Gedompeld

Zo kalm als een ster die alleen
daar 's nachts maar staart
met miljarden en dan rustig
over een afgedragen dijk
de nacht in duister alom
zonder daar bij stil te staan.

zaterdag 14 april 2012

Vlieg

Tussentijds is leven net
een koude bak waar
hard en ondoordringbaar
glas je afsluit van het heelal
dat toch zo helder hoog
naar boven licht
de hemel ziet in zonnepracht
maar in volle gloed verdort
terwijl de neerslag in bakken
er langs heen vervliet

Windstile

In mij heerst een leegte zo roerloos
groter dan't heelal dat ik omvatten kan
van alles ontdaan gewist verleden
is mijn geweten zo zondermindermeer
iedere dode komt daar weer
tot leven en alle levenden blijven
als de dood daarin geborgen
spreek mijn taal want ik ben stom
geslagen blind voor woorden
die benoemen wat de schepping is
zoveel achteraf zo weinig overdreven
in het verschiet van de onmetelijkheid
een luwte waart schuw in kilte rond
geen schaduw vat daar nog duister saam
noch zal in dat licht bezien verblindt
aanschouwen hoe't wezen teniet
onaangedaan beschutting biedt
..

donderdag 12 april 2012

Trap

Ik ga de ladder op om me te bezinnen
onderwijl de engelen in bloesem neerdalen
in de fontein iedere sport verhaalt loutering
stijgend in verbazing dalend van devotie

de nederige bevlogenheid bedwelmt
onder angst en beven door het hoogbevlogen zijn

bij invallen die ik met lippen beleed terwijl
het hart zich vast klampte aan het aromatisch genot
van balsempopulieren waarmee beklemtoont werd
hoe uitzicht tot inkeer leidt van omwindselen en
vruchtbeginsels waarmee ik volkomen
evenbeeldig vrees de hemel te betreden
met de voet die onwelvoeglijk de hel aandoet.

Kaalslag

Ik kwam klaar in Groningen*
met'n heftig loos gebaar
reed terwijl ik me bescheurde
van de baan die daar
gelijk kaal geschoren
schaamheuvel aan mij
voorbijgaand handgebaar
is wat overstuur geraakt
tot bandeloos gebaar
hoe hard getroffen toch
je raakt door de daad
van bevlekt onvermogen
om voor maagdelijk groen
alles te verkrachten
dat pril de schoonheid
fris de lente uitkleedt
tot kil verstild gelaat

~~
*Beneluxbaan

woensdag 11 april 2012

Oogst

Ik heb de koude bak wel onder de knie gekregen
met een wakend oog iedere slak gade geslagen
het kiemblad uit het zaad getrokken schoot door
m'n gedachten een kleinood geschonken
aan de laars gelapt waar uit de klei getrokken
pril het guichelheil gezocht werd kruiskruid
gevonden waar ik giftig van werd

dinsdag 10 april 2012

We hadden er zelf niet eens op kunnen komen

Nu't licht in de kastanjes is ontstoken
zweert een oude man bij zijn toekomstig graf
komt de ware aard van de zonsondergang gloedvol boven
keert de kraai tot driemaal rond.
Het staat als gebeiteld beschreven, alles komt weerom,
tot een tegendeel is bewezen in de nesten gewerkt.
Met doornen kroon omgeven hief het hoofd zich hoog,
maar viel tegen toen de gouden horizon oplichtend vals
de hoop had gegeven en alles wegstierf in het niets.

vrijdag 6 april 2012

Beterbest

Zo huid opgelapt, hart opgehaald,
buikvol gemaakt, spier uit de kramp
getrokken, lijf van leden bevrijdt,
opgelucht adem gehaald, ogen de kost
van het voorjaar geschonken,
in volle teugen van de oren genoten,
zintuigen opgetuigd met binnen halen
wat anders verloren naar de zomer
dreigt te vergaan.

Het kot

Het huis dat van de zijde draden
aan elkaar ragt spint garen
bij't verkoopwaarde maken
van handgebaren die zich uit schoorvoeten maken
tot gewiste sporen
van levende have gevangen
in een web van welbehagen
iedere nestdrang in coconnen plaatst
tot interen van vervangbaar leven
een lot beschoren
van de opgeruimde engten
waar mot gemaakt kon worden
om uitvlinderen in een lente van vergankelijkheid omdat iedere boom
daar opgezet vervaagd met de blik
die erop gericht was onverzaagd nog
loof te tooien tot lommerrijk
uit de ramen die stomslagen
gedicht waren opdat de aak
eruit bevrijdt geen nabeeld nalaten.

R

Paasvuur aan de schenen

De bruidegom was de dag vergeten
dat zijn lijdensweg ten einde liep
waarop hij volmondig ja betuigde
terwijl het hangslot op de brug vast zat
dat de trouw bezegelde voor eeuwig
was ontsnappen onmogelijk nu
de sleutel en ook van haar ieder spoor
ontbrak de echtbreuk lag in het verschiet
hetzij een hemelslot beschoren voor hem

woensdag 4 april 2012

Bij'n notenboom

Verwacht niets groots daar zo te staan
zichzelf verdiepend in de knop
bot te vangen al jaren lang
geduld uitoefenen op die boom
er is geen hoge noot noch uit de hoogte
nedergedwaald het komt er gewoon niet van
het zilvergrijs, dat wel, tekent schitterend bij
het gras te kijk gezet voor jaren her
de toekomstverwachting in't klein
ik dweep ermee te zeggen dat
er walnoot staat

Recht voor mij

Er staat een pol te wuiven
voor mij
niet voor mij maar voor mij
alle richtingen uit bewegen
de halmen rank gebogen
de wortelhals bedekt
met dorre bla'ren
meer stralend groen
hoog verheven
voor mij alleen
ik voel mij verweven
verdicht tot gras
omgeven stil
vereeuwigd

maandag 2 april 2012

In 't diepst van mijn gedachten

zit ik vaak met mezelf omhoog
lig ik overhoop met het diepst
van mijn gedachtengoed
speel mezelf of ook een ander
die uit me voorkomt of nee mij
voorkomt als een ander

ik ben een goed gelovig atheïst
die weet dat god ook mij bezit
zoals hij en ik beide in mij

onontwarbaar zijn wij een
zo vaak als ik alles overzie
dat goed was maar niet is

verwijt ik hem dus mij in ik
hoe vreselijk alles hoe erger
nog alles fout kan zijn wat is

toch loop ik mezelf tegen
het lijf en zie ik ben ook
wie ik was niet slecht

noch slechts een blad
verwijdert van de knop
waar uit ik ontspruit

omhoog de schepping
van het voorjaar in
waar uit weer blijkt

hij in mij laat mij dat zien
wat ik hem ook in het verschiet
voorschotel zijnde levensdrift

zondag 1 april 2012

Het oogt gewoon niet

goed het gaat de lente zingend in
god mag weten wie dat lied laat klinken
groot ootmoedig uit de hoogste boom
gaat vliegensvlug er rap vandoor
gewoon de bodem doorwroetend
gras daartussen zit hij te wurmen
gretig verorbert tot religie
geeft het voorjaar leven voor
geloof aan toehoorders door
geen lot treft menig oor zo hard
gericht op het gehoor dat dood
gewoon zijn lichaam verslonden
gezwicht in kruiswoordraadsel
gezwel aan loten van zijn boom