zaterdag 31 maart 2012

Time

Dat je nog stomverbaasd verveeld staan
staren naar de snaren op het podium
achter je had gelaten hield ook in
dat idolen al vergingen voor ze opstonden
om hun plaats in te nemen achter de studioopnamen
uit de tijd dat groeven dieper ploegden in de tijdgeest
die voor zichzelf uitsprak dit is verleden waar niemand iets
van opgestoken had ondanks dat alle lijsten van belang aangaven
hoe belang ook je betaald wordt om te leven voor de vuist weg wat
geen enkele rol speelt dan alles z'n beloop laten wat toevallig aan
je voorbijgaat
te gek genoeg om
nog bij stil
te staan.
~~~
PF
dSoTm

donderdag 29 maart 2012

Zo zichtbaar alleen

Het land dat uitzicht bood
genoot aanzien vanuit de verte
een bord met een verbodsbepaling
belemmerde geenszins het gezicht
op uitgestrekt doorploegde velden
toch trof ik een tegenlichtopname
met daarop hoe vreemd ook
de blinde vlek zover overbelicht
op onderscheidingsvermogen

dinsdag 27 maart 2012

Zielhoes

Veel nieuwbouw wordt hier uitgevoerd aan oudbouw
waar het huis nog overal op uitkeek viel naar later toe

bleek niets meer overeind te blijven langs de dood
lopende weg waarlangs veel bouwvallig leek al was

het zojuist opgetrokken met vensters op het oosten
het was niet licht op te vatten dat aan de keerzijde

alles anders naar het westen toe zo naar het scheen anders
dan verwacht bij het vallen van de nacht een schaduw daar om

samen te vatten dat een straat hier onbenoembaar scheen nee
geen straat door de moeder daar uit verlogen ook verdween.

zondag 25 maart 2012

De aanwas van zomertijd

De stilte hier valt
met geen pen te beschrijven.
Ik lees het met m'n oren uit.
In alle rust heerst nevel,
dat mij met frisheid
van de lente overvalt.


Dan valt de nacht me in
nevelen gehuld zwijgen
ik spreek de stilte toe 
gefluisterd gehoor.

vrijdag 23 maart 2012

De liefde

Ik las een blad waarop een luis stond afgedrukt.
Er droop wat mierzoet vocht dat zwarter nu
de aard bezoedeld waarop ik me bevond.

Honingdauw, dat uit de hemel valt, zo welgevallig
gemorst wordt uit een groen lichaampje, is dat gewoon
de liefde die mij tooit. Ik bewonderwaardig dit kleinood,
en daar graast een lieveheersbeestje de kudde af.

Terloops wordt zo de luizenplaag vermoord.
Het hemels vocht, wat menig autorijder hel
en verdoemenis laat vloeken, wordt door het beest
van onze lieve heer bevrijdt van zijn plaaggeest.
Opdat hij gerechtertrouw godsschepping verder
kan vergassen met zijn glanzend automobiel.

De debiel, daar even verderop, geniet nog na.
Hij beziet in andere taal de luis in het scheppingsverhaal.
Het stond ook immers afgebeeld, dat scheelt.
Niet zomaar schoon maagdelijk in een kuuroordblad.
Neen, gezaghebbend in de happinez, en hij bezag,
hoe natuurlijk ook de natuur van fruitig jong blazoen
de meisjes daarin prijken met hun verjongingscreme.

De honingdauw die menig huid getaand verlangen laat
zich zo begerig te ontplooien tot een perzikhuid.
Al was het maar omdat juist daarop de luizenplaag
de ware aard toont van de liefde in de ontstolen vrucht.
Het smetteloze vlees dat druipend uit de huid laat zien
hoe ziek ook alles louter liefde is, tot bedervenstoe.

woensdag 21 maart 2012

Gisten

Ik heb vandaag een dag het leven gered
Het was nog pril, wat donker zelfs, op straat
de maan hing scheef gezakt, de zon wat laag en zwak daarnaast

er was zelfs sprake van heelal, nogal, zachtjes uitgedrukt
wie goed keek zag dat; dit loopt niet goed af
venus bungelde er ook bij naast jupiter
de eeuwigheid nabij
toch steeg de temperatuur daarbij dus warmte ik even op
en zo bleek de ondergang van de dag een nacht.

donderdag 15 maart 2012

Het alter ego

Ik heb wat geluk aan m'n zijde
dat maakt gelukkig met wat ik ben
kijk ik dan ongelukkigerwijs
in de spiegel zie

ik een ander
die daar niet achterstaat
en zeg hem nog het is goed
dat jij daar niet voorstaat

Ik heb de dag van m'n leven
even aan de kant gedaan
de tel kwijt was de reden
een van vele die ik dat

Ik ben de voorzienigheid
het onvoorstelbare in mij
dwaling in 't vruchtbeginsel
bewaarheid louter mij

Ik ben ook u in mij
met mij de weg kwijt
samen dan vergeten
zijn wij in een klap vrij

Ik heb nog wat geslapen
ademhaling lang verstouwde
ik in een oogbeweging
alles vanuit een droom
in mij tot eeuwigheid
herinnering aan mij

ik wakker nu wat aan
de vlam was uit gegaan
eerder nog verzengend
mij verschroei ik nu
tot wasdom van mijn zijn

woensdag 14 maart 2012

Wil of wet

Ik heb mezelf bedacht
taal noch teken was ik

voordien was ik
dat achteraf bezien

er waren woorden nodig
ware woorden anders niet

hoe onbegrepen ook
daarover te spreken

dinsdag 13 maart 2012

Dichter op je huid

Kon het op je buik schrijven
zelf haarkloven op geschoren
venusheuvel fluisteren
het model van de vakman
maakte een meesterwerk
van je lichaamsdelen

mijn handen doolden
diepgaand in gespreksstof
van jaren laten rusten

het werd spreekwoordelijk
in je ogen weer gegeven
er was stemloos zuchten

alles lag ten grondslag
voor zover ik hoorde in
maagdelijk wit landschap

het lichte glooien
ontsloot je ogen
en sloeg de benen

we kwamen samen
op gezette tijden klaar
aldanniet ingeluide stilten

Morgenstond geschreven

Het donkert wat en u verliest
uzelf daarin waar niets
hetzelfde blijft hoewel u denkt
ik blijf gewoon droomt u toch
ook degene die u was te zijn
immers niets wijst dat u getweeën
leeft toch maakt
u alles onberoerbaar mee
het zit zelfs
tegen u gewoonten in
heel vervelend tegen
dat valt ook u tegen
hoe hachelijk ook
zoveel ontbering bestaat
het bestaat u bent nimmer
iets anders geweest dus beleeft
de doodsangst gaat gepaard
met zweten razend gierend
door het strottenhoofd
alles blijkt mogelijk
u bent verdicht
tot stoffelijk overschot
opgeheven in beelden
u nadert zieltogend
een niet te naderen eind

Tot plotsklaps u breekt
zonder dat het met buigen
gepaard de spanning afleidt
van dat vogeltje dat zingt
een wijsje van de opgeluchtheid
vervangt na selecteren
het juiste trefwoord

de morgenstond geschreven
op het voorhoofd van de tijdgeest
die leidinggevend aan z'n armoe
van verbeeldde waanzinnen
zich groot hield met beloningen
waaruit slechts grondijs bleek en
u tegenstrooms tegemoet treedt
in de wanhoop onderkoelt
te blijven leven net nu

het voorjaar het voor het

zeggen krijgt met luchtigheid
ontsnapt ontdooit onthoofd

zondag 11 maart 2012

Houten kiezels

Te kust en keur door het bewegen
zijn de scherpe kantjes wel gesleten
de tijd speelde rustig ook een rol
het heen en weer ervan gekregen

prachtig toch hoe afgezaagd ook
een spaander hout tot leven
in de branding dol gedraaid
daar tussen schelp en steen
door het zand ter hand genomen
zijn draai vond in het zoute water

te voet daar op de zeereep
met de verleidingen van water
aan de ene kant van leven bleef zo
aarzelend steken in het drijfzand
er ontsnapte lucht uit deze vloedlijn

de aarde bewoog langzaam
naar een gezichtseinder
het bijeen geraapte hout
zweette nat nog hevig na in de tas
scheidde zozeer van het leven
dat afgesleten afgesloten werd

dit eens uit boom ontsproten deel
kwart of anderszins afgezaagd
is er onnut bij gebleven fraai
tot kunstwerkje aan de kust
voor het oog dat er op valt

golf voor golfbeweging
heengebracht tot fossiel
van losgeslagen wrakhout
herinnert aan de noodzaak
tot spelende ledigheid
van heel het leven

vrijdag 9 maart 2012

Het mooi weer opspelen

omdat hij daar zo lekker hard van wordt,
een bevrijdende gedachte lost op
in de problemen en ik overschreid
een gevoelsgrens die gaandeweg was
overstegen door een mateloze beweging
volleerd getroffen raakte het doel
er kwam, ik spreek heden, er komen
kinderen spelen, niet ongewild vreemd.
Maar de gedachte vervaagde de herinnering
schiep behagen en verliet de tijdloze daad.
Bevredigd en voldongen wat verwekt zelfs.

Aan mij voorbij

Het leven op de dijk, opgerakelde paradijzen,
kwamen langzaam voorbij schuifelen.
Niets werd ongemoeid gelaten,
tot de lijken uit de kast, alles bleef beroerd.

Alles bleek in 2 paar schoenen samen te komen.
Ergens onder woorden, stonden
veel leestekens het beter te weten. Hij was onvervalst
mijn jeugdherinnering zo terloops mijn wortels raakte,
voor alle zondevallen die daarbij geplaatst stonden.

Twee kampen, waar vanuit de schuttersputten
het juk getorst werd met emmers vol laatste druppels,
die er van overliepen hoe doelbewust tegen god
mag weten welke wil de riolen bezocht werden.

Als kinderen waren wij, hij en ik gelijk, in aanvang
van het volledige dat we van bovenaf de rug toekeerde.
Bij vlagen kwamen de meisjes weer tot leven,
gepaard met alle verslavingen van andere gezindte
onvolmaakt geschapen wichten uit oogmerk van gezag.

Nu de terugblikken ter aarde werden gedragen
bleek veel waarheid achterhaald met mannen
zonder naam die gewetenloos de jongens afslachten
die ze, zo genoegzaam toch verheerlijkte.

Geheimen waren zonder sloten al de dijk af,
grijpgraag in de kreukelzone geland. Niets
is overeind gebleven daarboven. Scheidingen
lieten zich niet onbetuigd hebben we
met uitgestoken handen elkaar begroet.
Tot wederzien ooit verleden komen wij
elkaar weer hier bovenop weer tegen.

dinsdag 6 maart 2012

Uitwisselbaar rechtsaf slaan

Ik voel me net m'n voet, de linker
hij is niet flinker maar vooruit
verder kan ik er wel op lopen
ik ben mezelf uit de voeten
zo voel ik me in mijn schoenen
opgesloten zuiver voetvolk
voor mezelf uit gelopen pijn
tot blaren toe opgelopen
maar eenmaal uitgeschopt
voel ik me bevrijd daaruit
maar pas me nauwelijks aan
de werkelijkheid om barre voets
door het leven te gaan of daar
schiet mij de kramp in schreden
die koud ontdaan tot niets
in staat ook zonder steun
niet op mezelf kan staan
dan wanneer de holvoet
mij laat waggelen op de weg
die met schoeisel noch bloot-
voets af te leggen geen meter
valt erop uit te trekken in
onaangedane stap
van het ongewisse ja
nee daar zal ik voetstoots
gaan

Er staat iets stralend daarenboven

Het was zo stil

Hoorde vogels vliegen, meer zingen in alle rust.
De oevers weken van de eenden weg, elzen staken
er toe uit. Het neigen was in alle paren, futen boden elkaar
dit aan.
Een man die over de reling hing,
om te bezien of hij het nog zag zitten,
liep tegen dikker water aan dan was verwacht.
Alles werd erin teruggegeven wat hij daar had ingelegd.

Een hond werd aangeroepen,
de baas gaf daar gehoor aan. En speelde
daar verder niet wat dieren voorjaar op de weide? Nee,
de blauwe lucht werd slechts teruggebracht naar de hemel.

De gedachtengang was enigszins vernauwd
tot een zonsopgang. Bleek iedereen wat overdreven
toen zijn lijk, daar afgevoerd aan eenden, toch te water ging?
Ach, nee! Een uitgestorven beeld in golfslag gebroken verving zijn
evenbeeld.

zondag 4 maart 2012

gastenverblijf

De man had ermee uit de voeten kunnen komen,
maar tegen het slaan van twaalf was hij gebleven.

De tuin was gedaan, alles lag geschikt voor de zomer
uitgedost ook zijn gemoed na het pootgoed.

Alles was grijs vandaag, soms brak er iets door,
meestentijds uit de knop tussentijds ook.

Er lag veel meer op sterven na dood dan hij had
verwachtte er verder ook helemaal niets van.
  
Het was wit ingericht, alles tot en met de overtrek,
de vloer geboend liet zijn sporen na, was ook wit gelakt.

Hij kon er geen eer meer aan behalen zo vol van grond
als hij was, zwart, de gewoonste zaak toen hij verdween.

De indruk bleef achter bij de tijd dat hij vertrok als 
staande bewering, er kon blijkbaar niets in verenigen.


--
R

Gastvrij

De keus lag op de keukentafel uitgevouwen. Te keur verschoot het
prompt met maken van woorden. De armen over elkaar heen geslagen
hielden zich in. De honger had ze bondig gemaakt. Maar het hoofd was
uitgesproken en heeft een voorkomen. Er was geen sprake van intrappen
met alles dat wagenwijd tegen elkaar was opengezet. Niemand taalde
meer naar het bestek voor nieuwbouw. Nu alles bij elkaar kort en klein
was viel puin ruimen te overwegen.
R

donderdag 1 maart 2012

De stilte overmand

Ik was alleen vannacht
wat selectief en dronken
bij't ontwaken

sliep alles nog
om me heen
of ging ik daar

een silhouet
dat loog er niet om
stond staarde
me aan daar
onder de lantaarn

licht speelde
ook aldaar
verwarde mij
ik zag het aan

verloor mij
uit het oog
ik bleef alleen

die dag kwam
zoals nooit
verwacht

Vogelzang (vanuit een tuinhuisje in het grote bos)

De lengende dagen zijn allang versleten tot achterliggend wat
gedachten, daar herinnert niemand zich nog aan die in het nu leeft.

Het was teveel het geven dat genomen is zonder het te weten.
Ook dat werd verweten, dat iemand daar nog bij stilstond.

De geur van oud bos waar hol nog luidkeels doordrongen
de opgewektheid van de eenzaam schrijdende tred.

Onaangekondigd werd ondernomen naar wat verder ongewis
bleek de bodem van een duizelingwekkende bloemenzee.

Daarin beland werd vergevingsgezind een hoofdtooi gevlochten
met gebroken botten om het schedeldak bijeen te binden

waar zo vreselijk veel uit ontsnapte dat tekeer ging tegen alles
hoe peilloos ook was niets oprakelbaar uitputtend op te diepen.

Er viel stilte met een echolood dat hoorbaar wegstierf woordeloos
maar roekeloos vergankelijk weergalmde de leegte me nog na.