Zwaan
Dit lichaam ongenaakbaar zwaar
Verheft licht tot bewegend gevaarte
Is paarsgewijs de pracht gegeven
Zichzelf daar doorheen in streven
Te watergaan en daaruit vandaan
De kracht ervaart door uit te slaan
Rijkhalzend neigt in voort bewegen
Is gedreven vanuit haar eigen leven
R
De vederpracht die sneeuw weerstaat
Op de wieken de vleugels zingen laat
Wie tekent het landschap beter af
Dan dit lichaam daar roerloos dat
Voorstaat verkort ook in het wak
Te volbrengen schoonheid wacht
--