woensdag 28 september 2011

Man en boom met aangetroffen egel.


De dag brak door duizend flarden wolkendek, scheurde verder over de lichtweg

tot er een gouden baan over het asfalt heen mijn oogverblindend toescheen.

ik was getooid in dauwnat spinrag, geheel bevangen door het pad dat ik eerder doorlopend nog betrad,

alvorens ik in de gekte van het beslagen voertuig zat, van teveel geraas in paardenkrachten uitgedrukt,

me pas kon verwonderen hoe mooi een dag geboren was, in nevelen gewikkeld voor me lag waarop iemand eerder opgetogen de boom aan had gedaan,

ontstegen naar hierandermaals gelijktijdig met de uitgereden teneergeslagen egel, een stekelige aangelegenheid

de boom, één in de rij van velen, stond nog wat geblutst erbij in kleur verschoten abeel te spelen in een herfsttooi,

dat wat blikschade opleverde voor op oog van deze dag die toch verder hemelsblauw weer verder voor mij alleen opdoemde van alle stilte weg.


Je zou nog kunnen denken;

iemand is mij voor geweest bij't inhalen, wat anders ook wel op zijn pad gekomen was met z'n hoofd erbij houden. Maar dan wat later.

Ik ben op m'n dooie akkertje doorgereden naar een ander voorbestemde plaats,

lichtelijk ontdaan maar mist voor ogen, beneveld maar bevlogen, kortzichtiger maar helder bovenover, op deze toch wel stralende dag.

dinsdag 27 september 2011

Dit huis

dat alles wat los en vast zit aan elkaar kraakt
geen spijker ongemoeid maakt
met op z'n kop zetten van de tijd
die ongemerkt aan haar voorbij
zijn intrede deed met vlijt
tot er geen voeg meer overeind
het verband kon leggen hoe het erbij
stond om tot bouwval in te storten
als herinnering van hoop
op eigenaardige eindigheden

Geluid

Ik stond daar maar onzichtbaar binnen mijn gedachten
zette alles daarvoor in gang tot het fijnstof van m'n wezen
opgedragen aan een jongensdroom toen de wind opstak
en er beweging zat in de lichte belijning aan de horizon
verstomde terstond in nevel gevangen mijn gelaat
aanschouwde nog ternauwernood het ontwaken
waaruit de zon voorkomt dat ik een schaduw
achter mij laat liggen die ik eerder al verloor

zondag 25 september 2011

Blaartrekkend gemoterte

Het landschap hervindt zichzelf in alle rust
na dolende bejaarden op hun asfalteermachinerien

waarover veel identiteitcrisissen zijn verteerd
tot wezenloos verhelmde zwartgeblakerde koppen
in uniforme apentrots uitgedoste merktekenen

waarin de heer in uitgelezen TomTom ogen
vierkant de wereld beziet die snijdend
van uitgelatenheid in gaswolken doorklieft

gezeten op zijn koningspaardenkracht
praalt hij met z'n garde metgezellen
in slagorde gesteld hun onderhorig doel

tot onderscheidend onvermogen
van hun verder leeg bestaansrecht op deze
aardkloot van verstierde mannelijkheid

Zo! Dadelijk.

Even vlug nog wat vastleggen
voor later. Wanneer ik er niet meer toe doe,
blijft zodoende als herinnering in leven.
Een beeld van ik zag, of aanzag voor
een moment, dat verbleekt bleek,
zoals wel vaker voor kwam voor
het vervaagde wanneer je gaat. Het
moet wel ontbloten, blootleggen
hoe die naakte waarheid is. Alvorens
of voor-dat het daar-uit van-daan
werd weggenomen en vervloog.

Beparasiteerd negen twitterverzen


Ik had vandaag weer één die goed paste op een speld, minutienaald om precies. Alles zat goed, speelde kopje op de speld, verlijmd en wel. 1



Ik had in stereo het zo opgezet dat de vleugels nog vrijelijk fladderde wanneer ik ademhaalde van bovenaf, god was ik zo in gedachte, 2



liet leven na de dood toe in een luttel moment dat ik dit kleine knopje daarop de kop bekeek, zo klein dat het blote oog niet eens 3



wist dat het bestond. Ik was er door getroffen, geraakt, want het bestond eerder voor ik het vond, levend. Niemand wist het dat leven 4.



over het hoofd gezien, ooit was gelijk ik in wezen iets dat niet opgeprikt de dood ervoer door er zelf op uit te gaan tot steken. Parasiet 5



dat hier nu, misschien al voortgeplant, legboor voor me uitsteekt en uitlegt in gebarentaal hoe hoe stom het is om speldenknop te spelen. 6



Ik was bewogen en dacht het moet genoemd, een naam, beschreven, genoteerd, het eeuwige bestaan hierin. Maar vliesvleugelig was te nietig 7



Toen ik onverhoeds het tegen het hoofd stootte en brak tot stof geheel weer af. Mijn pen bewoog nog even tot een streepje, 8



achter deze dag dat ik vergeefs verslagen had tot datum in mijn dagboek zonder ooit te kunnen achterhalen wie voor mij daar was weggegrist 9




zaterdag 24 september 2011

Stremsel

Het was een mooie dag om weg te gaan
vertrek stond al voor ogen had de schedel
al kaal gekrapt de korsten zijn nu verhalen
verwondert verwond tegen het hard aangelopen
de dag brak aan dus was het wel gedaan

er zat iets aan me onderweg
stopte even keek achterom
maar tot mijn verbazing weg
ging ik weer wat verder
ontdaan naakt zonder meer
dat dat me nu nog raakte
trof me ongenaakbaar
immer zoals als alles
vervloog ook dit gewoon
tijdens het doorgaans
leven maar het stokte 
even om te vergeten  

vrijdag 23 september 2011

Raak

Je kunt het missen
maar dan nog
raakt het je niet

Je kunt het treffen
zoals je iemand ontmoet
in de kroeg

Je kunt het krijgen
met overkomen
maar ook dan

Houd je het niet
loop het gewoon
een eigen weg

Maar ook dan
blijft het bij je
ook dan kom je
nooit meer vanaf

woensdag 21 september 2011

Het stad als een huis

De traagheid van slapen van steen
met klagen van stramheid in benen
het geluid van darmen in straten
een oogopslag teneergeslagen
de voortstrompelende tijdgeest
weer een beest van honger
die vreest verlamd van bedelen
waaruit alle onderkomen ontbreekt
sloopt het leven
lui in het riool
met water vergiftigd
de baarmoeder uit

maandag 19 september 2011

Het was een vreemde stille avond

Licht scheen overal
wolken kleurden
als aarde lucht
was zwaarder
dan verwacht
de nacht die kwam
geheel in't zwart
bedekte zwijgend
alles af dat kwam
tot zover scheen
naar later bleek
alles vrijwel anders
niets meer zoals
het was zo zoals

dinsdag 13 september 2011

Kanaalpand

De schuit die nooit ophoudt
met voorbij gaan het stil
staan van de polpulieren
water dat schijnt geluiden
oevers die niet bestaan
terecht zijn is een kromme
gedachte aan de andere kant
het verhaal gaat verder waar
de weg afslaat en de zon
schijnt dat te weten lood
recht uitgemeten wordt
de wind uitgelijnd in streken
terwijl de fietser ongemerkt
daar aan voorbij gaat
zwijgend in het geblader
dat voort raast over verlichte
waterwegen onaf gebroken
wat zwaar weegt
werd hier weloverwogen
ter hand genomen
-
R

zondag 11 september 2011

Ontheem

Ik ben het huis dat in u woont
u uitwoont zoals u gaarne nog
uzelf daar ziet in tocht
van openslaande vensters
uit door kou bevangen kieren
u ervaart wat u niet bent
de afgemeten isolatiedeken
waar niets van warmte
meer tot doordringt
langzaamaan doorrot
tot iedere beschutting is geweken
en u daar dakloos in mij vertoefd
woedend buiten uzelf gekeerd

Landstreek

Met een slakkengang zijn de eeuwen aan een stuk door gedroomd
tot er flarden zijn bij een gedreven in stukjes rothout omwoelde
prikkeldraadpaaltjes waarin wespen knagen en koeien bij grazen
en nog meer hoornaars uit de binten van het landhuis kruipen
dat verder onbekommerd vervalt in oude in onbruik geraakte gewoonten
door tomeloze spanten van decennia verteerde aanspraken op nut
vanzelfsprekendheden die nog stilstaan bij de tijd die hier aan ten grondslag ligt
in het voorbijgaan van een stram strompelend blauwgekielde man die nog met werkelijkheidszin
behept uitlijnend met piekpaal en perk tegen de voorbijganger uitraast die alles vastlegt wat onbenoembaar steek houdt met verjaren en geen blik meerwaardig is.