sprak mij wel aan in die zin.
dat leek wel stomverbaasd
te zijn met andere woorden.
Zo waar en zo voldongen
als dat klonk doet niemand
mij dat na pal voor 't slapen.
alles dooft tot droom dicht,
wordt dan domweg vergeten.
R
R
ik zag bellenblazen op de weg
met zekere aandrang ging ik
over de geploegde aarde droomde
ik van koolwitjes nabij de havenmond
en verstomde terstond toen
verder zwart voor ogen ik
steenkolen aanzag daarvoor
brak alles op en ging tot aan
de horizon verschijnen
op een gebroken venster na
zit de weerwil wat verlegen
opgehoopt heet afgebrand
opnieuw weggeteerde wegen
speelt het najaar helder geel
te weten werkelijkheden
er kwam een man
mijn evenbeeld
had drankprobleem
sprak mij aan
een mondvol
tanden op z'n minst
hoe hoog water
kwam las ik daar
er zaten vrouwen
op een terras
analoog heb ik
ze vastgelegd
de zee kabbelde
op de achtergrond
de leegstand
was mijn domein
geheugensteuntje
onder 't schedeldak
ik bood weerstand
in een oude loods
prachtige spanten
alweer straalbezopen
twee kerels aan't eind
maandag was ontzet
er dwaalde licht op
straat was niets
dan ik en daar
mezelf een paar
spiegelend sprekend
de kade brak mij
op de waterlijn af
R
R
mijn woorden waren mij ontvreemd
ik had daar geen woorden meer voor
mijn interieur is daarbij verwoest
droomde dat zo leeggehaald
ik wel weer de ruimte had
die ik ooit had ingenomen
maar daar verslikte ik me in
een bittere pil
ze hebben alles meegenomen
zelfs waar ik anders
met lege handen bijstond
stond ik nu wat onthand bij
weg te dromen
in een ondenkbare ruimte
ik had daarin een vers gesloten
wanden uit muren lucht opgetrokken
ademden daardoor alles heen
maar leeggehaald is daar nu niets
niets van over dan een vervlogen
opgedroogde woordenstroom:
(geannoteerd tijdens de inbraak
was één couplet me bijgebleven
waar ik voorstond)
De maan verlicht
een landschap
dat uit louter
wolken bestaat
ik loop daardoor
in regenboog blauw
gebogen banen voort
zie ademloos eender
nacht verschuiven
naar een verre horizon
ik verdwaal in licht
en droom mij dit
landschap voor eeuwig
dat opgelost zal zijn
in mijn wereld vol van
overdrijvend verlangen
en ik droom mij
een landschap
waar ik traag
in verander
ik droom mij
dat ik op ga
in de maan
-
R
omdat hij wist
opdat hij wist
omdat hij had
geweten hij wist
en schreit voort
vandaag ben ik de man van deze tijd uitstekend toebedeeld met oorsmeer
vanuit de reclamefolders doen de Hema en gelijktijdig de Ikea me aan
de wegen daarnaar leiden over gebaande paden nog niemand is
alles wordt maar er heerst nog diepte in de slapende rust
de zon heeft zich fraai afgezet tegen het einder waarop ook de Eemshaven rust
alles kabbelt aan of komt benepen boven drijven gelijktijdig met het oplossen daarvan
de zweem van 't ware leven heerst in jubelend gezang van opkrijsende kraaien
het kerkhof verguld van vele oude kastanjes spreekt daarover in grafzerken me aan
het coma van de nacht wordt wreed verstoord ik aanschouwelijk naakt
dat langs raast in een vrachtwagen combinatie de vrouw daarop grimlacht me aan
haar geschoren benen zijn gephotoshopt haast plastiek gelijk het dekzeil
waarop zij dromend ligt te kreunen in het wapperen van de kilte uit d'r schoot
het is begeerte die de man maakt in voorts stilstaande beeltenissen van een tijdgeest
die sprekend uit de bilboards knalt over driemaal vijf gezegend leven in de hoorn des overvloeds
ooit was ook dat land genezen van god en wemelde het van zwermen zedenpreken
uitgesproken door een herdersstam die eeuwige grazig brede jachttafrelen tekenden
op de achterhand van hongersdood
doe mij dit aan doe me dit aan doe me aan dat ik leedwezen gelijk de wereld me aandoet trekken van het lot dat zoveel mensen sterven in genot.
Wanneer de glazen klinken
hoor helder hoe de tijd tikt
tussen, (wanneer jij?), dit
punt bereikt wat je bent.
Wat je bent vergeten kun niet
terug vinden op de plaatsen die je kent.
R
-
R
-
R