Voor de eeuwigheid
wordt de vergankelijkheid
met de eindigheid ingekleurd
hoe de omgevallen boom opfleurt
terwijl het naastliggend woud
wordt opengesloopt in stout
verlangen naar het scheppen
door eigen hand met reppen
dat het natuurlijk zo vanzelf
niet anders gaat vanzelfsprekend
dan het omgeven van doorbreken
wat natuurlijk niet zo vergaat
met wat mensenhand doorstaat