Twee goud bruine zandogen
spinnen garen in de zon
van onzichtbare draden
omgeven liefdesspel
in kolkende paren
geveinsde snaren
onoorbaar zinderende
baleinen van de zon
overspoelde zij gewiekst
het vluchtige in leven
dat alles ten dode op
geschreven wordt in daden
waar god mag weten wie
zich niet aan overgeeft