zaterdag 26 maart 2011

Kraai het haasje

Met z'n drieën welgeteld, één daarvan het haasje.
Rondom overdreven veel speenkruid waar de akkers in dreven.
Op het geploegde land was het haasje jagen al gestaakt.
Al dachten de haantjes kraaien daar anders over.
De stamper vloog in 't rond om de kraaien van't lijf te houden.
Lepus scheen ook wat bleek en keek wat leep
zoals hij afstak tegen de kraaien
waar hij tegen op keek en tegen te keer ging
op de koude grond. Het gevogelte schoot dan ook
telkens naar omhoog wanneer, hij uit zijn leger,
naar ze uitviel terwijl zij wegvlogen over de klei.
Gelijk kleiduiven schoten zij zwart voor ogen weg.