vrijdag 13 augustus 2010

Toen

Tijd nog sluimerde in slaapstand
alles eenvoud niets
anders dan gemak
met vieren van teugels
stilstand op het oog
hoe stof kon dalen
wegen plooiden
tot karrensporen alles
uitsleet zelfs geduld
vastliep in hoefgetrappel
onrust viel te bespeuren
op een jaagpad
iets verried scherp
op de snede 'n eindje
verderop sliep in toen
met verbazen 't ontwaken
dat niets zo groot
met voortsnellen
voorbij ging aan de tijd