zondag 29 augustus 2010

Pathos

Ik heb de eer, geboren christen,
met waarden en normen,
te belanden in de goor.
Het rechte spoor herwonnen uit naam
van jezus, hun Lieve Heer.
Toch naar aller waarschijnlijkheid weer,
dood door schuld, van god los.
Om van leer te kunnen trekken tegen
terechtgeaarden die, uit zijn naam,
van alles mogen uitkramen.
Op de dag des Heere, klaarkomen van geweld, mijn god wat gaan ze toch tekeer.
In geweer en teweer gesteld met hun ontvolkte ziel zaad geschoten. Die
daar in de baarmoeder een splijtzwam slijmdraad woekeren laat.
Sporen zet en weer verdient met harde hand, hardleers, met godswoord
nog vers in de hand zo vleselijk die weer overspeelt in
bastaardjongen.
Met uit de hand van de linker niet weet hoe de rechter weer tekeer
zich stelt tegen alles wat in hun macht ligt uit te huilen als ziek
kind. Van geen rekening gediend maakt hun erfdeel een zondeval waar
geen profeet van oude stal de waarheid nog herstellen zal lopen zij
blind van lust ontzielt te raad bij de moeder maagd die nooit iets
anders dan onschuld heeft gebaard.
Zij die afgerukt, van wortels ontbloot, de naakte waarheid niet meer
zien en slechts in mammon hun heilsoldij inzien.