dinsdag 30 augustus 2016

Stereotiepjes

Ze volstaan
opvallend vaak
grijs bosje haar
kalerig plukje baard
onbedaarlijk pennen
likken soms zelfs
naar elkaar 
ze menen het echt
ze hebben er een
van velen die ja
daar hoor je bij
hoe scherp zin
snedig haast
zij klaar staan
overal mee 
ook met commentaar
iets opmerkelijks
stekelig gelijk
de baard 
doorzichtig
bijna kaal.

maandag 29 augustus 2016

De kuddegeest

Van kreupelzone tot kruin
grazen de schapen
onverstoorbaar
achter elkaar

van hoog tot laag
in de pas
zijn de enkelingen
uit de maat
mijden het
achter elkaar

aanlopend
kuddegedrag
van velen
die gelijk
een ieder
uit grazen
zijn gegaan

vrijdag 26 augustus 2016

Schroei

zo we gaan weer
aan de barbecue
kop in de as
de geest verkoolt
vleselijk zijn resten
van de moraal
dierenrecht is dierenleed
voor de schat
van een kippenbout
al komt het varken
ook de strot uit

donderdag 25 augustus 2016

Percentage blootgeven

Het moet omlaag
de verhulling moet omlaag
de bedekkingsgraad moet ver
beneden alle peil blijven
we willen huid
en haar uiteraard
in bedekte termen
daarbij

ze zal en moet
een stukje prijs
moeten geven
een beetje maar
liefst zonder
schaamhaar

dinsdag 23 augustus 2016

Lichaamstaal

Dat lichaam dat ze in de strijd gooide 
was op oorlogspad 
haar pantser was de naakte waarheid
wat met strijdlust werd getoond
ze vocht door de dunne grenzen
van de menselijke geest
vol overgave gaf zij zich over
onoverwinnelijk bleek kwetsbaar
haar tederste wapenfeit
die door de gedachten schoot
van haar wens daarin getroffen
 te worden waar haar diepste
wens zich openbaarde 
vertrok zij weer van het strijdtoneel
lag het oorlogsslachtoffer getroffen
door een vraagteken verwond 
wachtend op een volgend treffen
dat hem zo sierlijk had vermoord
de onschuld te verliezen aan haar
borsten te dorsten naar haar 
lichaamstaal die onverstaanbaar
helder klonk in een overwinningsroes.

zondag 21 augustus 2016

We zouden

Meer levenslust
niet meer lijken
gelijk levenden
onder de doden

meer vlees 
meer bloed
liever verwonden
dan verwonderen

de gedachten laten
spelen met elkaar
eenzaam maar nooit
meer eerzaam zijn
gelaten maar nimmer
getrouw meer 
aan gewoonten
van wat we zouden
alleen maar doen 
nooit meer zijn
alleen maar blijven

zaterdag 20 augustus 2016

Een plek op de pijngrens

ergens tussen vallen en opstaan
zo halverwege de grensovergang 
staat een vervallen gebouwtje 
waarin afgeleefd van ouderdom
de grensbewaker nog overleeft

haalbomen opgehaald en seinen
staan nooit meer op rood
het doods daar op halverwege

de opgraver met vondsten uit
het verre verleden passeert
zonder hinder maar afgeladen

de post van het heden zo'n
onbewaakte ogenblik dat 
niemand hem waardig gunt

hij sleept het leed besloten 
in eigendomsrecht
en bezittingsdrift
ongemerkt

de grens over 
van het betamelijke

beroep doen dat oud zeer
nu eenmaal zeer oud niemand 
deert behalve degene die teert

op oude open gereten wond
verkorst verweert maar verder 
ongegeneerd de grens 
van het betamelijke passeert

dat niemand nog interesseert 
tot iemand opstaat die beweert
dat hij het lijden is verleert 



donderdag 18 augustus 2016

Er drijft een mistbank door het land

Niemand die het nog oog heeft voor dat topje
van de bomen die verraden

hoe diep verzonken dit land
hier ligt verzwolgen in de mist

ogenverblindend ogenblik
van opwellend verdriet
weekt  een herinnering los
van wat niemand ziet

overstijgend flets

tot schitterend vergezicht
dat ooit een toekomstbeeld
schiep toen iemand
met z'n hoofd in de wolken liep
echt alles 
voor handen bleek
op kleine schaal
van aardrijk zijn.

woensdag 17 augustus 2016

Kitkat

Het seksisme loert uit alle hoeken
zit in muizenissen waar ratten gaan
maakt van kloten katten kitkaters
kronkelend in krolse krochten
baart het zorgen van kittens
met kutgevoel die naar de kloten
gaan
haat alle misplaatste geslachtsdaders
van kameleonse kleurverschietende aard

maandag 15 augustus 2016

Rijzig

alles is hier rechtlijnig
de populieren zelfs neigen
naar godswoord
de week telt slechts zes dagen
een is geofferd aan de heer
een torentje van babel valt er voor
gods woord is ongehoord
de mens raakt lichtelijk gestoord
als was de vorige eeuw ontwaakt
een wederopstanding van de geest
die in de fles het wat benauwd kreeg
er stroomt een tucht door rijmerswaal die iedere speelse meander
uitslijpt tot een stichtelijk spoor
er is een koor van hoge toon
en valse noot die gebiedenderwijs
de boventoon viert ter eer en glorie van het gekuiste lijf dat de kerk toebehoort

Stilte voor de regen

De wacht wordt even aangezegd voor leven
bekrompen licht neigt ver weg op een lijn
van samenkomen of aanbeden zijn van zwijgen
eerbied buigt hier diep verzonken in het riet
er schrikt een onbenoembaar vogelras
van gemengde gevoelens door het gras
gedempte tred van hoefdieren ontwaren
het sluimerend gevoel van eerbied
aan een onhoorbare ademtocht van water
even nog een vreemd gefluister daarover 
trekt  de aandacht in een denkrimpel

zondag 14 augustus 2016

De moeder des vaderland

Een importproduct kleurt veelal oranje op het schap
behalve de worteltjes dan die staan immers in de grond
van deze aardkorst voor de wil een wig te slaan 
in smaak en het gezond verstand

ergens ging het mis toen broedsucces de schaarste ophief
met een huis vol zaailingen was de stemming er niet meer in

en alle pitten spruiten uit tot vet kiemblad vol van groeikracht
de wereld lijkt op een pompoenenveld de herfst uit de winter in

de kleur verschiet het loof dooft dor tot kale steel
de boer die oogst het kroost dat ter Velde was ontstaan


ook op de hoop van zegen wordt verwacht dat de opbrengst
groter dan verwacht slechts het product van de stronthoop is

nog eerder trof ik of werd ik getroffen door de gloed van avondrood
dat toch zeker verstierf in het oranje van de versterving 
zelfs de lijsterbes vroeg treurig zwaar van deze kleur 
hoe te torsen zoveel trossen van dezelfde kleur 
neerbuigend boog de twijg zich afgeladen af 
naar de aarde of de spiegelende plas waar toch ook
zoveel schoonheid in te zien in te zien was 
de rode kool vertik het daarin mee te gaan 
en ergert zich purper paars over haar eigen naam
maar gelukkig hebben we hier nog wel een hoedster 
van dit lot dat dichtregels gezaaid spinaziezaad
laat ontkiemen tot spraakmakende groene lintjesregen
op een inktzwarte nacht waar de aarde nog kruimig smaakt

het heeft niets meer om het gespierde lijf dan een zweterig shirtje 
plakkerig van verkleefde nalatigheid en ontberende fysieke kracht
trots ontbeert nu eenmaal geknakt die kracht tot zegevieren 
op de natuurtalenten die daar zo doelloos rondzwerven 
van huis en haard boom en bast nat en plas gras wat was 
verstoten uit miljoenen weg gesloopte bomen 
dus de hoogste tijd voor biezen pakken 
het plegen van natuurherstel 
want het regenwoud is daar 
een tranendal waar niets meer 
te verliezen valt.

Ze

Ze zei wij bedoelde ze
maar niet zei niet wij
zijn vrij bevrijdt van hen
verbranden daarbij 
hun gitzwarte kledij
zo ook knipten zij
hun baarden weer
dankbaar aan hun 
god en een profeet
die te vuur en zwaard
opnieuw verkeert 
van leer trekt 
want anders zwaait
er wat voor hen 
die nog niet zijn
bekeert tot wie 
ze leert vereend
te zijn tot broeders
waar de vrouw
voor behoedt
moet zijn 

zaterdag 13 augustus 2016

Zelfs met m'n ogen gesloten

Kan ik de meeuwen horen
over landerijen uitgekomen
wolken sluiten de horizon
af van het vergezicht waarna
ze zwijgend zweven
de dag sterft een stille dood
vandaag zonder vallend gebladerte
een langzaam uitgeroepen koe
loeit tochtig over het dijklichaam
een schaduwschuw dier

De witregel stelt niets voor zo fris van de lever

het smaakt stroef dat geronnen bloed
het doet ertoe nu de Turk thuis is 
waar het ook hoort desnoods 
een vinexlocatie op het eerste oog
een telg uit een nageslacht 
van ongeletterde schrijvers
een gilde dat veeltaliger nu
de pen verleert te hanteren

al zachtjes klikkend op de toets
de waarheid probeert te tikken
ach maar hoe te gedijen op drijfzand
tussen koppensnellers en oer
Hollandse heiers
van inktpot tot zwart randje
plastic om het formica tafelblad 
waar zoveel geesten zijn verdwaalt
in noodgebouwtjes waar hoorbaar ook
de plankenkoorts ontstond
goed gebekt op Zweedse muil
de klompendans ontsprongen

werd fatsoen wat vadsiger dan verwacht
verzadigd ook van het gesproken woord
veranderde Jezus weer gewoon tot larve
van een ooit zo schone vlinder in je onderbuik
het oogeiwit bepaalt de tijd die het doorziet
het valt niet mee neerzijgen op de grasmat
van de jeugd met een lijf dat tegen de zwaartekracht
in zich met hand en tand verzet de versnappering
van het genot te ontberen op het picknickkleed 
geblokt zoals het hele leven een leerschool
vol wetenswaardig heden en de kunst 

van het vergeten op een zolderkamertje
opgeslagen afgedekt met grijze stoffig celweefsel
getrouwd met vlees en bloedverwant 
raakt de accu steeds vaker uitgeput
al puffend op de toppen van je kunnen
gaat alles weer bergafwaarts naar de bron
de kilometerteller liegt niet wanneer je bent
uitgeteld nu je het grote verhaal niet meer kent 
dat samenleven alleen wakker worden is
uit een droom in de uitgewoonde kerk

stilte is daar nog nooit zo leeg geweest
gelukkig zijn daar pilletjes voor of beter
nog een verse klassieker die al wat ouder is
vertaalt en wel voorgeschoteld geluk
dat voor de helft van de mensheid geldt
die de bruidsschat met de dood bekoopt
het grootste leed op aarde is het beeld
dat vrouwen ongelijk beloont 
met centenkwesties duur betaalt 

blijft de biograaf met lege handen zitten
de witste plek schoon ondergesneeuwd 
viezig bezeken vlek gebleken waar doden vallen
sneeuwvlokken gelijk uitgekristalliseerde wondertjes
van scheppingsdrift verwaait de werkelijkheid 

Het koude kunstje

Alles wat oud wordt is 
trager in het lijf
raakt verstrikt 
in een plastic web en vindt
de dood gewoon 
iets van deze tijd
waar uitsterven,
 een lot van enkelen, 
tot volksvermaak 
van de wereldbevolking maakt
men haalt er Henoch bij 
vadertje tijd die nog een loopje nam
alles loopt op z'n eind of zwemt
het fuik in van de eindigheid
de tijdelijkheid heerst en zegeviert
geen groter plezier 
dan het vertier 
van de vermaakte mens
die naar de haaien gaat.


zondag 7 augustus 2016

Anaal jan lulbacht maar een end aan

Zijn mond is niet gesnoerd met flosdraad
die die kwijt was uit z'n kont
hij brakbalt kerngezond z'n lieve leven
aan elkaar tot er geen einde meer aankomt
het zondagskind een meesmuilende
 Zomergast
die zoveel niet te vertellen heeft
lult alles vast waar iedereen bijzit
 is de raaskal
 is te rap
besneden van de tongriem
om onzindelijk te zeiken
 over en het waarom
het aandacht geven zo slopend
is voor toehorend luisterpubliek
dat braakballen voor geschoteld krijgt
eigen stront verworden mestvaalt 
waar nog een stopnaald in zit
die eenvoudig prikt al steekt het niet
de blaasbalg lek die oppompend
leger loopt dan ooit tevoren
werd vermoed van deze vleesgeworden
lettergeest die leeft 

zaterdag 6 augustus 2016

Ruimte van tijd

Ik weet niet waar hij de tijd van heeft 
maar hij heeft de tijd
sommige mensen nemen de tijd
andere stoppen de tijd ergens in
 weer andere houden de tijd vrij
maar hij heeft de tijd gewoon 
in z'n handen zitten of liggend
op de bank soms ook in de mond
genomen heeft hij de tijd overal
voor zelfs het hem tegen zit heeft
hij de tijd bijdehand om nergens
om verlegen is zijn tijd nooit om
zijn tijd is onuitputtelijk en raakt nooit
op zelfs zijn verstreken tijd is nog
beschikbaar zonder dat iemand
weet heeft van zijn tijdgeest 
waarin hij leeft hij heeft gewoon
de tijd van leven mee terwijl zelf
zo tijdloos leeft in een tijdperk 
waar feitelijk geen tijd meer is
dat opgewassen is tegen de druk
die het chronisch gebrek aangeeft
hij blijft erbij en heeft de tijd

maandag 1 augustus 2016

Blote benen en buizerds boven Baflo

Prachtig spreekt ze
wrijft zich over de kuiten
kijk daarboven fluiten ze
terwijl de handen
langs de benen strelen
zegt ze nog dit gaat nooit
vervelen duidend dat daar
boven wij ooit komen
liggend op de aarde
verandert deze poel
hemelsblauw zo weergegeven.