zaterdag 30 augustus 2014

Wilt u nogwel opgebaard liggen

Een leveneindje is niet zomaar op te lopen
want tot slot moet er besloten hoe of wat
te doen bij omkomen een doodgewone zaak

iemand stelt een wilsbeschikkinkje op
gewoon een vel papier waarop voor de vuist weg
opgedist staat hoe juist wel of niet men opgediend
wil worden voor de lieve heer

wenst u nog een reanimatietje of twee of
mag er ook gefilmd worden tijdens het heengaan
de laatste vlucht de benen nemen danwel het sluiten 
van de rij wachtenden achter u die ook wel welwillend zijn
wellicht toch wel een leerzaam moment
dat vastleggen van de laatste adem omdat de stroomstoot
boven de gordel achterwege moest blijven

u bent dringend aan vervanging toe
de kost verdiend of bij elkaar gescharreld
tot er kroost van kwam en nu toch boventallig
afgeschreven of hopeloos en reddeloos verloren
te duur om verder te overleven of te uitzichtloos
om eeuwig op die reddingsgordel rond te drijven
op het gevaar af gekweld door onzekerheden
onmachtig in leven te blijven rondzweven

gaat u nu maar het penninkje schept zekerheden
niemand wil u laten leven zelfs uzelf niet
u wordt de reddende engel in eurotekens
voor een minder afgeschrevene die wel wil
overleven in minder kost dan wat u ooit verdiende

u immers was niets meer 
voor het leven maar
dood heeft u nog wel wat
weg te geven


sterf gerustertrouw we laten u wel zakken
in de kist of  aan een touw of zo uw wil geschiedde
in zak en as desnoods 
met extraheren van wat orgaan
weefsel of wat u nuttig voor het nageslacht lijkt
met wat van u een ander nog verrijkt
om mee om te gaan opdat u
er geen omkijken meer naar heeft

u was niet wie u dacht en 
denkt niet meer wie u bent

u bent gewoon niet meer 
wie u was
u was gewoon 
niet nadenkend weg

dankuwel


Hij heeft het op de valreep gehaald

Oké het was kantjeboord
scheelde maar een haartje
dat hij aan bakboord verloor
verder gekrenkte drenkeling
aan de zeereep ontsnapt
geparkeerd in Amsterdam
werd ondergebracht

bij leeglopend durfkapitaal
een vluchtgarage die ook
nergens meer toediende
een doodgewone zaak
van een zoeker naar asiel
ach hoe imbeciel toch
wordt een mens verwend

leven als ontsnappingskans
nu alle hoop in ondergebracht
waar hij zo bang voor was
te sterven in geweldige angst
dan is mooiste welvaart
wel een overtochtje waard

hij is van de valreep afgehaald
de eens zo voortvluchtige enkeling
zo goed tegen de vergrijzing
inzetbaar voor een hondeloon
ligt nu bedolven onder gedachtegoed

dat hoe irritant toch de verspilling
van die euri aan de smokkelaar
terwijl de menselijke waar zoveel
beter de arbeidsmigrant was
binnengehaald als gatenvuller
op onze verschraalde arbeidsmarkt.

woensdag 27 augustus 2014

Luidluchtig rustiek

De lucht hangt losjes over de halmen
in staande receptie overeind gebleven
na de regen galmt de zon je tegen
het gewelf aan wolken is verdreven
of hangt loom uitzichtloos te dromen
ergens achter de horizon waarop koeien
geruisloos het gras uithoren

een uitgelezen plek ligt afgegraasd
wat dauw berijpt wat onbegrepen wit
uitgeslagen de sporen te wissen
van de passant in afgemeten passen
herschikt de toekomst zich zomers
schier verbleekt van blauwe kieken
was de verdieping van het etmaal

de mantelzorger was overdreven
werknemer van de oude dag
bij de participatiemij van de bejaarden
die te kust en keur problemen geven
bijna genezen van het leven maar
nog lang niet uitgestorven vandaar
niets is heilig voor de eendagsvliegen
hun naam laat niets te wensen over

ach we worden schaarser deze dagen
al houdt de dikke gestand z'n woord
al vlijtig de honderdvijftigste verjaardag
standaard de woordenschat waar menigeen
mee flirt in de hofmakerij van de voorbijgaanden
een liefdesport van dartele zinnen die prikkelend
knudde zijn maar nergens meer op lijkt

Rood weeskind

Het ging te snel
de lichten fel
het oogverblindend
verschijnen
tot nachtvlinder
gedoemd te verdwijnen
in bleek schijnsel
van de maan
doofde alles
wat daglicht
niet verdroeg
zij niet om vroeg
bevuild een indruk
tegen het ruit
waar achter zij
prijsgaf wat deelde

zondag 24 augustus 2014

Toen ze kwamen waren zij

nog menselijk
vlees en bloed
gelijk de strijders
van weleer

nu roven ze
de vrouwen
hun schoot
tot rovershol
verschansen zich
in kinderlijkjes

moorden in t zwart
onnoembaar boers
verachten ze de bodem
van waaruit zij ontsproten
de mannen het hoofd
op hol slaan tot bloedfontein
waaruit de haat straalt

en Mohammed op z'n schreden gekeerd het boetekleed omslaat
in alle onschuld in de weerzin
van het monsterlijk verbond.

donderdag 21 augustus 2014

Scalpel

Met chirurgische precisie snijdt zij haar geheugen los
van de harde ondergrond aan boord karton verlijmd
als zij daar verkleefd zat vastgenageld in het verzet
leidde het verleden haar eigen bestaan daar uitgeleefd
in twee dimensionale beelden van een werkelijkheid
die pijnlijk scherp was blootgelegd en opgebaard
lagen daarop haar herinneringen in het openbaar
vergeelde kleurenpracht achter glas verlept
weekt zij nu in scherpe halen wat verscheurd
en haar verscheurde leven met wie daarop is
achtergelaten en wie doorging met leiden
van een eigen leven of was blijven steken
als een open zenuw van gemis dat toen
springlevend werd vastgelegd voor eeuwig
een stapeltje beschadigde foto's van haar
lot dat eens zo deelgenoot was haar wezen.

zondag 17 augustus 2014

Hier komt rust uit voort

De groene engte in het verschiet
wat doorweekt grazend zwartwit
een wiebelde horizon in een horizon
spiegelbeeldig schat ik de afstand in
barrevoets schrijdt nog een enkeling

de conducteur knipt digitaal
onverstoorbaar wreed z'n vingers
er wringt iets op de chipkaart
die onuiteesbaar spoorslags regen
tot neerslag maakt in het ritme
van de leegte die in rap tempo
voorbij het perron raast

het geheugen was ooit ruim
twee filmrollen sterk
kan de tijd niet meer vatten 
hoe met gemak
zesendertig indrukken
werden vastgelegd

herinneren zonder het te wissen
wat nu een uitgemaakte zaak is
om de tweede dimensie te missen
wat voorbij raast in een oogwenk
van de vergetelheid de leegte
van de tijd die uitbeeldt
van de ruimte 
van de coupe
van de ramen
van de geest
van wat ooit
van wat is
wat is

geweest
het spoort niet 
met het geweten 
dat dwarsliggers
uit beton
anders denderen
dan eikenhout
weleer
we
bielzen razend
door de rust
 voort gedreven
bezeten


vrijdag 15 augustus 2014

Bijslaap

Mocht ik de slaap nog eens vatten
die niet te bevatten was
Zou ik dan de nachtmerrie berijden
die mij zo beestachtig dierbaar was

Wil ik mij dat lichaam getroosten
dat mij met huid en haar verslond
zij in haar vaginale mond zo teder
zacht ik kon bevroeden 
hoe schreeuwend ik
lijf en leden verliet 
eer zij eerzaam
een zijn ik haar verstond

nog eenmaal in haar armen
tot haar doordring in het nacht
zwart tussen haar warme dijen
geklemd de warme rust hervindt
die inniger haar zinnen tot bedaren

zingt in de schoot geworpen dromen
waar uit ontwakend in haar lichaam
zij herwint wat overwonnen haar mint
een vrouw in mij die zingt 

Blond

De paarden grazen de horizon kaal
slakken naakt knagen aan de hoop
op de stoep gedeponeerd ontbijt
voor beide terwijl ik de weide overzie
voorzie van een ruim blikveld op het oog

een korenarenhalmen wuivend
maar nog niet gelezen geurend
feest van de wind die opsteekt

bij de zon verschenen aan stal
waaruit ook koeien uitbraken
dat was eerder dus verleden tijd

donderdag 14 augustus 2014

Zijn haar

Zij scheert de haag
hij zich kaal
zij houdt van haar
daar hij ook
vandaar

woensdag 13 augustus 2014

Het lachen is vergaan

een traan, nee een lach met daar achter
wacht even de vrolijkheid had nog een olijke noot
in petto voor hij ophing want hij ging in het zwart
van de nacht gewoon hangend aan de deur en verliet
niet de zaal waarin zoveel verdriet tot humor
iedereen in tranen achterliet
ach was hij zo begaan of gewoon een mens teveel
in een samengevat bestaan dat niet zonder meer
heen kon gaan met iedereen versteld achter zich
te laten met de mooiste herinneringen aan zijn bestaan

dinsdag 12 augustus 2014

Zwart van schepen

De enige hoop van conserveren
tegen rot en de vergetelheid
rusten wrakken in de aarde
moedeloos van eerder strijd
verloren in een storm van tijd
waar moederziel
de schipper alleen
een zeemansgraf opeist
verrijst een vaantje rood
een sprankje hoop
als totempaal geslagen

om de lading te dekken
van de kotter en de jol
de kempenaar of botter
varen zij in lichte zavel
ofwel karveel te schouwen
daar wel bij geborgenheid

ingeruild verlangen
van het ruisen van het water
zilt verzoet in korenvelden
hoort nu de halmen zingen
ontluistert hout van paalworm

verstoken het leven tentoon
gesteld dat leed geleden
strijd gestreden vergane glorie
waar de haven is verzand
in de ironie van het zoete water

zwijgen de koopvaarders
het breeuwsel uit de naden
verloochen de inhouten
van het geraamte het zaathout
zwaar te moede in zand gebed
de dichte wegering geheel ontbloot

de uitvaart ingelegd ten dode
opgeschreven en gelogenstraft
voor eeuwig in het logboek
waaruit later wordt teruggelezen

maandag 11 augustus 2014

Eindelijk aderlaten

Het roestbruin van de gapende wond
gestolde korsten pikzwart rondom 

innig vlees zo binnenstebuiten leek
smetteloos wit nog bijna een doodzonde

dat zo schaamteloos beschadigd
het hoofd verliest in de cultuuromslag

bij de haren gevat verstomde mond
waaruit de schreeuw verdreven
met slag en stoot gelijk het zwaard
de schede verliet verdween het leven
naar wat een halszaak bleek

de fontein van vreugde die ontsproot
de man die sloeg genoot met z'n zoon
die wereldwijs de kop stootte met hoon
spieste op het scherp van de snede

gelach van weer een mens het leven
ontnomen omwille van de bittere dood
bloedvergieten zo schaamteloos
rotstreken in dor verdroten land
een ooit zo speelse ondergrond
waarop te moede gestreden in dit hof 
van heden het hoofd te rustte 
Is gelegd

zondag 10 augustus 2014

woensdag 6 augustus 2014

Ik heb een lichaam

Ik heb een lichaam te verstaan gegeven
zo onomwonden verstomd verstild van leven
verstond het mij wij waren daarin even
testament op de tere huid beschreven

een overlevering van ons
zo sprankelend sprakeloos
verinnerlijkte zinnen van zijn

een lichaam dat niets verhulde
in mijn handen spelend water
gelijk de heldere kijk daardoor
neem, eet en gedenk ook ik ben
vlees en bloed een klare taal 
om te verstaan gegeven

want wij maken van zwakbegaafde woorden
onze eigen handgeschreven lichaamstaal.


dinsdag 5 augustus 2014

Te gek om los te lopen

Hoe kon hij zomaar gaan.

Of het nog weleens over zou gaan?
Gewoon een losstaande vraag, die
in z'n overvolle hoofd rondtolde.
Er was geen houden aan, zoveel
dat naar binnen toe hem dwong
zich te buiten te gaan. Gewoon
eventjes maar, een mooie avond
die vriendelijke halve maan, zoveel
niet gedaan vandaag, wat rust
had kunnen geven.
Hoe was hij zich toch telkens kwijt,
op een moment
Er was nog eventjes contact,
voor een lege stoel geen plaats meer bood.
Er was ook geen perron, de trein
liep ook niet op doodspoor.
Hoe kon het ook dat juist hij
uit zoveel lichamelijkheid bestond,
waar hij van los moest komen.
Er geen ontkomen aan was, hij
spoorloos, misschien wel bevrijdt
op tijd was om niet meer te willen zijn.
Hoe kon zijn reis toch zo verlopen,
nu iedereen van streek is, hij de weg
kwijt, zo onherkenbaar verdwaald.

maandag 4 augustus 2014

Stel

je staat op eigen benen
de wereld is vertrouwd
je bent in staat gesteld
te weten hoe begrijpelijk
toch alles in elkaar steekt

tot naar wat bleekwater
bleek uit oma's keukenkastje
je opbreekt en niets meer
nadien vanzelfsprekend is.

foto van niets


Peace in mind

Ik heb er wel vrede mee
dat op een zeereepje
een slachtpartij verkozen is
boven baden op de kust

ik heb er wel vrede mee
dat in een grensstreek
een taalgemeenschap
neergesabeld is met
rondvliegende lichaamsdelen

ik heb er wel vrede mee
hoe een woestijn verzand
tot bloedbad in naam
van een of andere heer

ik heb er wel vrede mee
hoe al die vredevorsten
heersen over geloofsgenoten
die onverdroten worden afgeslacht

ik heb er wel vrede mee
dat zovelen op drift
geraakt of ook getroffen
zijn vervreemd tot vluchteling

Ik heb er wel vrede mee
hoe stinkend ook welriekend
een handje vol rijksten der aarde
zich bekommeren over hongerenden

Ik heb er wel vrede mee
dat staakt het vuren goed is
voor het oplappen van wapentuig
dat alles uitmoord
omwille van de vrede

ik heb er wel vrede mee
om dit alles doodleuk
achteraf te lezen
in mijn achtertuintje
met de ochtendzon olijk
meespelend op m'n humeur

Ik weet het

zo net nog niet
hij heeft een oogje
en dat is niet zo raar
op haar ze oogt
er naar hij zinspeelt
met gedachten in
gedachte met hoe
een arrangement
voor hem als vent
uit de kleren niet
in de koude kledij
laat staan zitten

zonder dat zij daar
meezit of doorgaat
terwijl op z'n heterdaad
betrapt hij op schreden
moet keren waar
geen weg terug meer

is dan harde klinkers
waarop hij geland
met de moed die,
het wringt heftig,
in z'n schoenen zit
hij zijn smartphone
hoe stom ook verwenst
met nabeelden daarop
die eeuwigheidswaarde
bezit de drift die botgevierd
nu niet meer zo fit
de aandacht laat
verslappen
ach schat...

zondag 3 augustus 2014

Stel je voor, de leeuw is los. (Zondag stond op een valreep te gebeuren)

Negen doden zijn er te betreuren
plus een die niet ter zake deed
die heeft het niet te nauw genomen
toen bleek dat licht maar niet wou komen
de kinderen zijn vandaag achterwege gebleven
die telde op een strookje grond al voor
spek en boon mee voor ze het wisten
dat zij ook heen zijn gegaan

hij schreef zich te pletter zo te horen
de anderen wachtte gewoon een kogelregen
vanwege een bloemenzee die elders werd
opgebaard te worden
met wie je was
maar nooit meer wordt
een hondje ter illustratie
genoot dierenbescherming
hij had de tijd ook nog voorzien
van prenten van toen tot hier
maar nu niet verder een verlopen
tijd waar kinderen van genoten
die ook omgekomen zijn
om te zien hoe het vergaat
hoe je uit jezelf voort kan komen
zien dat mensen je voor zijn gegaan
weten dat het ook zo kan dat
je doodgeschoten wordt of
voor dood gevonden in
een ander verhaal.

zaterdag 2 augustus 2014

Weerschijnsel

De augustusbomen pril in dit licht
groen geschubt zij aan zij in het zicht

verdwaalt de weg naar nergens
afgebogen in rood baksteen gezet

de lucht beeft nog zinderend na
in oplossend blaffende dorpjes

zeilt het diep wat zilvergrijs
middenhoudend tussen halm en wal

ploffen de kwetsen gedwee tussen
kinderkopjes verveeld uiteen

stuiterend spelen de keien mee
hoogzomerkoeien uitgemolken vee

hoorngeschal over zwartwitdenkers
zijn wij of weiden zij daar over uit


vrijdag 1 augustus 2014

Balen

Hoog blond land
waarop de man
zich een ongeluk schrok

tegen het geboomte
in een engte van de weg
werd hij afgelegd

tegen de verwachtingen
werd geen bezwaar ingebracht
niemand schikte er verder in

dan de gehavende abeel
die bezeerd ten hemel schreit
een passant sloeg gade

met verwonderende blik
hoe hoog de balen werden
opgetast tot belemmerend vergezicht

over kalm water waar roerloos
de molens de windstilte beaamde
brak het vlies dat weerspiegelde

in duigen lag de droom zilverschoon
vanaf de bermen tot de kruinen
zwijgzaam te bedaren