De ochtend breekt knap
in hongerig gras treedt
de dooi in wit gezet
op het kanje boord af
trad ik beschimmelt
de baard schrapend
het voetspoor binnen
dat voor mij wegliep
de scherpte is er wel
vanaf maar erover
heen bungelt het gemis
hardhandig hier
te schreeuwen waar
alleen hé die zon
mij gehoor gaf niet
jij daar waar
is die weg terug
---